Laatste C-130 wordt de speelbal voor plat politiek en financieel eigenbelang

De toekomst van de laatste C-130 met staartnummer CH-13 is al wekenlang een vast agendapunt geworden in de kamercommissie Defensie. Defensieminister Ludivine Dedonder kreeg het deze week echter bijzonder warm nadat ze stevig onder druk werd gezet door commissieleden Theo Francken van N-VA en Annick Ponthier van Vlaams Belang.

Even voor de goede orde. Op 3 juli 2020 besliste de ministerraad om de volledige vloot C-130 toestellen te verkopen, behalve de CH-13. Dat toestel maakt zijn laatste vlucht in april 2021 en zal daarna gebruikt worden als museumstuk.

De CH-13 heeft vijftig jaar lang Melsbroek als thuishaven gehad. De Dakota-club, een vzw van gepensioneerde militairen die daar actief is, wil het toestel graag restaureren en tentoonstellen. Ze hebben eerder al een C-119 Flying Boxcar, een Percival Pembroke en een DC-3 Dakota van de sloop gered. Al die toestellen staan in een hangar en ook voor de CH-13 is hangarruimte ter beschikking op de terreinen van kazerne Groenveld.

Voormalig minister van Defensie Flahaut zag dat echter anders. Hij regelde tijdens zijn ambstermijn dat de C-130 in principe naar Beauvechain zou gaan. Daar is het 1ste Wing Historical Centre actief. Dat is ook een vereniging van vrijwilligers die zich bezig houdt met de geschiedenis van Beauvechain als militaire luchthaven. Flahaut wilde op termijn een volwaardig luchthavenmuseum uitbouwen in Beauvechain maar buiten een prognose van de kostprijs – zo’n 250 miljoen euro – en een streefdatum in 2030, staat dat dossier nergens. Flahaut woont zelf in Waals-Brabant en het is allicht niet geheel toevallig dat Beauvechain daar ook ligt.

De uiteindelijke beslissing over de bestemming van de laatste C-130 moet echter door huidig minister Ludivine Dedonder genomen worden. Net zoals Flahaut behoort zij tot de PS. De jonge politica Dedonder zit dus eigenlijk in de tang. Zij kan maar moeilijk tegen de eerder genomen beslissing van een machtige partijpilaar als Flahaut ingaan. Dat deed ze ook niet maar Dedonder gebruikte wel een handigheidje. Het toestel zou in beheer gegeven worden bij het War Heritage Centre. Dat is een vehikel dat in 2017 werd opgericht als koepelorganisatie voor het Koninklijk Legermuseum, het Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, de dienst Herinnering en Communicatie van het Instituut voor Veteranen en de Historische Pool van Defensie. WHI beheert een reeks militaire historische sites: het Koninklijk Legermuseum het Fort van Breendonk, Bastogne Barracks de Dodengang in Diksmuide, Gunfire Brasschaat, de  Commandobunker in Heuvelland en de basis in Landen. 

Het WHI heeft 210 (!) personeelsleden in dienst en wordt voorlopig ad interim geleid door Michel Jaupart. Laat dat nu toevallig een ex-kabinetsmedewerker zijn van André Flahaut en zelf ook een inwoner van Waals-Brabant. Jaupart is overigens niet onbesproken. Het WHI werd vorig jaar door het Rekenhof en door Mensura stevig op de vingers getikt. De man kreeg ook een klacht bij mensenrechtenorganisatie Unia aan zijn been voor een akkefietje op Facebook. Hij deed daar mee aan een ronduit racistische communicatie over het verkiezingssucces van de rechtse partijen in Vlaanderen. Toch zou minister Dedonder hem willen benoemen als effectief administrateur-generaal van het WHI. Daarmee verzekert hij zijn riante wedde van ongeveer 100.000 euro per jaar.

CHOD adviseert Melsbroek

Minister Dedonder bevestigde deze week in de kamercommissie dat ze haar beslissing baseerde op twee adviezen. Een van die adviezen kwam van het WHI maar insiders bevestigen dat dit advies gestuurd is door Michel Jaupart. Uiteraard adviseert hij om de C-130 in Beauvechain te stallen. Het tweede advies kwam van de Chief of Defence (CHOD) Michel Hofman. Minister Dedonder liet eerder uitschijnen dat Hofman niet voor Melsbroek zou kiezen maar ze weigerde wekenlang om dat advies over te maken aan de commissie. Commissieleden Francken en Ponthier kregen deze week echter de steun van commissievoorzitter Peter Buysrogge die Ludivine Dedonder persoonlijk aanmaande om alle documenten publiek te maken. Dat bleek plots ook helemaal geen probleem te zijn. De Waalse minister had het advies gewoon voor zich op tafel liggen. Theo Francken viel bijna uit zijn parlementaire stoel toen ze opstond om het stapeltje papier aan de commissievoorzitter te overhandigen. De burgemeester van Lubbeek vroeg om de zitting van de commissie te schorsen om het advies van de CHOD te kunnen inkijken. In tegenstelling tot wat minister Dedonder wekenlang deed uitschijnen, adviseert die om sentimentele en pragmatische redenen, om het toestel CH-13 in Melsbroek te laten.

Minister Dedonder volgt dus liever het advies van een ambtenaar met een schuine reputatie, dan haar eigen stafchef. Dat is een straf staaltje van politieke belangenvermenging. Maar er kwamen nog wat meer onwelriekende aspecten bovendrijven. 

Geen loods beschikbaar in Beauvechain

Een van de pijnpunten van Beavechain is dat er geen geschikte loods is om de C-130 in te zetten. Die moet nog gebouwd worden, volgens Ludivine Dedonder. Maar tot dat gebeurd is moet het toestel in weer en wind buiten blijven staan. De minister pareerde dat argument door hangar B28 op te voeren als tijdelijke berging. Uit het rapport van de CHOD blijkt echter dat die hangar niet beschikbaar is op het moment dat de C-130 moet komen. Die loods wordt dan namelijk gebruikt voor het herspuiten van een aantal helikopters. Bovendien zou er een absurde situatie ontstaan als het toestel naar zijn uiteindelijke bestemming moet taxiën. De weg is daar namelijk niet breed genoeg en er moeten een paar rijen bomen gekapt worden om die verplaatsing over de weg mogelijk te maken. 

Ongefundeerd gegoochel met cijfers

Maar daar eindigt de parodie nog niet. De minister sleurde er nog wat cijfermateriaal bij. De stalling van de C-130 in Melsbroek zou 600.000 euro kosten. In Beauvechain zou dat maar 350.000 euro zijn. De cijfers werden nergens onderbouwd en dus is ook niet duidelijk waar dat geld dan moet voor dienen. Het toestel staat momenteel in Melsbroek en daar is ook voldoende plaats om het meteen onder dak te zetten. In Beauvechain moet nog een loods gebouwd worden. De vraag is waarom dat laatste minder kost dan het eerste. 

Het werd overigens nog frappanter. Volgens de minister krijgt Melsbroek momenteel jaarlijks ongeveer 300 bezoekers per jaar. Dat wordt overigens tegengesproken door de leden van de Dakota-club die aangeven dat ze 2000 bezoekers tellen. In Beauvechain zouden dat er volgens de minister 7000 zijn. Het museum in Beauvechain is twee halve dagen per week open. Gemiddeld genomen zouden er dus een kleine zeventig bezoekers staan aan te schuiven per keer dat de site open is. Dat lijkt ongeloofwaardig. Allicht rekent Dedonder zich rijk en worden de bezoekers van de airshow die in niet covid-tijden op de basis plaats vindt,  meegerekend. 

Ieper en de koude oorlog

Helemaal genant werd het toen minister Dedonder uitpakte met een masterplan voor het militaire erfgoed in België. Toegegeven, de huidige versnippering over te veel locaties is allicht niet ideaal. Dedonder wil evolueren naar vier sites waar al dat militair erfgoed kan gecentraliseerd worden. Dat zijn Ieper, Brussel, Beauvechain en Bastogne. De minister blijkt echter niet helemaal mee met de eigenheid van die sites. In Ieper bijvoorbeeld, wil ze een museum voor de koude oorlog neerpoten. Nu zal het daar in de eerste wereldoorlog wel koud geweest zijn maar Ieper heeft totaal niks te maken met de oplopende spanning tussen het Oostblok en het westen in het midden van de vorige eeuw. In een adem transfereerde Dedonder de collectie van Brasschaat naar Ieper, iets waar allicht het laatste woord niet over gesproken zal zijn. Toevallig woont Vlaams minister president Jan Jambon in Brasschaat. We durven vermoeden dat die zijn tegenzet ondertussen klaar heeft. Vlaanderen kan de laatste C-130 gewoon als Vlaams erfgoed beschermen en dan mag het toestel zelfs niet meer naar Waals-Brabant getransfereerd worden. Het blijft ondertussen ronduit beschamend dat een monument dat 50 jaar lang een van de  steunpilaren van defensie was, plat gebruikt wordt om een onrealistisch, niet onderbouwd en duur prestigeproject af te dwingen dat vooral de politieke en financiële belangen van een paar individuen moet dienen.

2 comments

  • In de derde paragraaf van het artikel schrijft de journalist: “Al die toestellen staan in een hangar en ook voor de CH-13 is hangarruimte ter beschikking op de terreinen van kazerne Groenveld.”
    Dit is natuurlijk VOLLEDIG FOUT EN HELPT ONZE ZAAK NIET.
    De vliegtuigen in Melsbroek staan in open lucht. Er is geen loods in het Kwartier Groenveld voor die toestellen.
    Wat wel juist is, is dat de C-130 CH13 in Melsbroek in de hangar Fromson 4 zou kunnen staan tot 2023. 2023 is het jaar waarop hij naar zijn definitieve plaats in het Kwartier Groenveld zou kunnen gebracht worden.
    Foute informatie over Melsbroek moet absoluut vermeden worden omdat ze steeds opnieuw door de tegenpartij schaamteloos misbruikt wordt. Dus dames en heren journalisten, informeer u en zorg dat wat u schrijft factueel volledig en correct is.

  • Laurent Heyligen

    Het museum is 2 halve dagen per week, maar 2 halve dagen per maand open. Hierbij komt nog dat het museum in Melsbroek en dat van Beauvechain betalend.

Laat een reactie achter bij Laurent HeyligenReactie annuleren