Instandhoudingswerken watermolen Testelt zijn niet vergund en moeten weer worden afgebroken

De niet-vergunde instandhoudingswerken aan de watermolen in Testelt moeten worden afgebroken. Dat blijkt uit een parlementaire vraag van Vlaams volksvertegenwoordiger Allessia Claes (N-VA). Uit het antwoord van Vlaams Minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele (N-VA) blijkt over welke werken het specifiek gaat: de betonnen keermuur die de privé-eigenaar in 2018 in de zijarm van de Demer liet optrekken moet weer weg en de oorspronkelijke keerwand in ijzerzandsteen moet opnieuw zichtbaar worden. Verder was er geen vergunning voor de afbraak van een gebouw, voor het aanbrengen van de betonnen plaat en voor het vellen van twee knotwilgen.

Ondertussen heeft het gemeentebestuur van Scherpenheuvel-Zichem na gunstig advies van het Agentschap Onroerend Erfgoed de vergunning voor de afbraak van de werken in januari afgeleverd. Tegelijkertijd werd een vergunning afgeleverd voor de herstelling van de oorspronkelijke toestand.

Verzakking door te weinig water

De watermolen werd vroeger gevoed door een aftakking van de Demer. In de jaren 1960 werd de stuw op de Demer afgebroken en dat zou op langere termijn zware gevolgen hebben voor de historische molen. Door die afbraak verlaagde het peil van de Demer ter hoogte van de zogenaamde molenarm waardoor die arm droog kwam te staan. Enkel bij zware regenval loopt er nog water door de aftakking. Het water in die zijarm zorgde eeuwenlang voor tegendruk maar die is door de drooglegging weg gevallen. In 2018 stelden de eigenaars, een gepensioneerd echtpaar dat in Duffel woont, vast dat de molen zware scheuren vertoonde en dreigde weg te zakken.

Je kan verder lezen na de afbeelding

Er zijn ernstige barsten in de muren van de molen

Eigenaar Hervé Segers had eerder al aangegeven dat hij geen investeringen meer wilde doen in het gebouw, als de watertoevoer in de molenarm niet zou hersteld worden. Toch liet Segers einde februari 2018 zwaar materiaal aanrukken. Er werd een keermuur met betonnen platen gebouwd in de zijarm van de Demer. Tegen die keermuur liet Hervé Segers een grote betonnen verharding gieten. Daarvoor moest een bijgebouw wijken en al de beplanting die achter de molen stond werd gekapt. Onder meer de twee oude treurwilgen werden op die manier weg gehaald. De werken kostten de eigenaars meer dan 40.000 euro.

Je kan verder lezen na de afbeeldingen

Bij Onroerend Erfgoed waren ze niet op de hoogte van de actie van de eigenaar en ze waren ook not amused met deze onvergunde ingreep op het erkende monument. Ze stuurden nog tijdens de werken een erfgoedconsulent en de bouwinspectie naar Testelt en die lieten destijds onmiddellijk de werken stil leggen. Ondertussen zijn er nog verschillende plaatsbezoeken gebeurd maar nu wordt duidelijk dat de ingrepen weg moeten.

Werken laten uitvoeren aan een beschermd monument is geen slim plan maar de vraag rijst wie in deze zaak de verantwoordelijkheid moet opnemen. Al in 2009 werd in het Vlaams parlement een schriftelijke vraag gesteld over de afbraak van de stuw in Testelt en de lage waterstand op de Demer. De situatie van de watermolen komt daarin aan bod. Toenmalig minister van Openbare Werken Hilde Crevits antwoordt (laattijdig) dat ze juridisch advies zal inwinnen over de eigendom en de onderhoudsplicht voor de zijarm van de Demer. In 2012 trekt de eigenaar van de molen een eerste keer aan de noodrem omdat er geen schot in de zaak komt. Hij weigert om verder te investeren in het gebouw als de waterhuishouding niet geregeld wordt en even later zet hij het monument te koop. In 2018 is de situatie urgent maar er is nog steeds geen vooruitgang in het dossier. De eigenaar besluit om zelf in te grijpen maar daar betaalt hij nu de rekening voor.

Je kan verder lezen na de afbeeldingen

Molen dateert al uit de 12de eeuw

De eerste sporen van de watermolen dateren uit de twaalfde eeuw. Er bestaat een document uit 1151 waarin Zeger, de heer van Testelt, zijn molenrechten afstaat aan de abdij van Averbode. Die was toen pas gesticht. Er hebben overigens heel lang twee molens gestaan op die site. De tweede molen was een zogenaamde slagmolen waar olie geslagen werd.

In 1543 geeft keizer Karel toestemming aan de markies van Aarschot om de molen over te kopen. Het gebouw wordt langzaamaan geïntegreerd in de militaire afweer en dat is voldoende reden voor de Spanjaarden om de molen in 1598 plat te branden.

In 1608 wordt de molen heropgebouwd. Het jaartal staat vermeld in een steen in de zijmuur van de molen. Het gebouw komt later opnieuw in het bezit van de Norbertijnen van Averbode. Het wapenschild van abt Servaas Vaes is nog steeds te zien boven de inkomdeur. Dat schild vermeldt het jaartal 1618.

De twee molens maar ook de olieopslagplaats die naast de huidige molen staat, komt later in handen van de familie Theyskens. In 1910 liet ondernemer-ingenieur Alfons Theyskens die tweede molen afbreken om er de Villa Terwolf te bouwen. Die monumentale villa is vandaag een van de meest bekende gezichten van Testelt. Dat gebouw is echter niet beschermd als monument. Alfons Theyskens was ook de man die de olieopslagplaats liet ombouwen tot een stoomfabriek. Momenteel zijn in het gebouw een aantal woonunits ondergebracht.

De watermolen van Testelt werd in 1952 aangekocht door de Belgische staat. Met die aankoop anticipeerde de Regie der gebouwen op de latere afbraak van de stuw in de Demer. Door die afbraak kon de molen namelijk niet meer functioneren omdat de waterstand zou verlagen. In 1981 wordt de molen beschermd als monument. In 1990 koopt Hervé Segers het gebouw dat op dat moment in zeer slechte staat is. Hij renoveert de molen en verhuurt het gebouw als feestzaal. In 2012 zal hij de molen zonder succes opnieuw te koop aanbieden.

One comment

  • jan vandoorne

    Jammer voor al die moeite van die mensen en het ‘weggesmeten’ geld.
    Nu hopen dat de ‘restauratiewerken’ degelijk aangepakt worden.
    Zo zit het ‘nieuwe molenrad nu eigenlijk door de venster van de molenaar i.p.v waar de as moet binnenkomen. Door die venster kon de molenaar het rad gemakkelijk onderhouden en herstellen.

    Misschien kan er ook over gedacht worden om de molen door de overheid te laten aankopen als historisch erfgoed en er een horecazaak aan te koppelen.
    Als Testelt binnen afzienbare tijd, een aanlegsteiger krijgt voor kajakken op de Demer kan de molen een mooie toeristische trekpleister worden en een rustpunt waar je ook nog eens snel iets kunt eten of drinken.

    Jan Vandoorne

Geef een reactie