Geen drie maar vier jonge ooievaars in het Webbekoms Broek

Het team van het natuureducatiecentrum Webbekoms Broek had vorig jaar iets te vieren. Het ooievaarskoppel dat op de broedpaal vlakbij het centrum verbleef, kreeg twee jongen. Het was al vele decennia geleden dat zoiets nog gebeurde in Vlaams-Brabant. Voldoende reden voor het provinciebestuur om een doopfeest te organiseren en te investeren in bijkomende broedinfrastructuur.
De jonge vogels vertrokken op 28 augustus om te overwinteren De ouders vertrokken pas op 4 september naar het zuiden. Waar ze verbleven is niet bekend omdat ze geen zenders dragen. Enkel de mannelijke vogel draagt een ring maar er kwamen geen meldingen dat hij ergens gesignaleerd werd.
Dat mannetje kwam al vrij vroeg terug naar Webbekom. Op 4 maart landde hij op het broednest in het Webbekoms Broek. Dat was een maand vroeger dan in 2021 toen hij op 1 april pas landde. Het vrouwtje keerde twee weken later terug. Op 2 april begonnen de ooievaars te broeden en dat levert opnieuw een erg verrassend resultaat op. Een tijd lang werd er gedacht dat er dit jaar drie jonge vogels zouden zijn maar het zijn er vier! Twee meer dus dan vorig jaar.
Je kan verder lezen na de afbeelding
Vorig jaar kwamen de jonge vogels even in moeilijkheden door de ernstige wateroverlast in onze regio. Bij het uitvliegen kwam een jonge ooievaar in het water terecht en die kon maar nipt gered worden door een alerte vrijwilliger. Vorig weekend gutste het water opnieuw met bakken uit de lucht maar de situatie bleef gelukkig onder controle en een bijna drama zoals vorig jaar maken we dus niet opnieuw mee. Op zaterdag 11 juni worden de jonge ooievaars geringd.
Meer broedende ooievaars maar broedsucces blijft laag
De Belgische broedpopulatie van de ooievaar neemt elk jaar toe. In 2021 werd een nieuw record bereikt van 196 broedparen. 80% van de ooievaarsparen in 2021 waren in Vlaanderen te vinden. Die concentreren zich vooral in rond het dierenpark Planckendael en in de omgeving van het Zwin. De overige 20 % broedt in Wallonië, het grootste deel daarvan in de omgeving van dierenpark Pairi Daiza.
Het broedsucces blijft voorlopig echter laag. Op een totaal van 163 onderzochte paren broedde amper 58% met succes. Dat levert 234 uitgevlogen jongen op. Die cijfers zijn lager dan in 2020 maar uiteindelijk waren de verschillen minimaal met voorgaande jaren. Het slechte zomerweer in 2021 kan een oorzaak zijn geweest.
Dit fenomeen is ook bekend in Nederland, in tegenstelling tot de broedgebieden in Centraal en Oost-Europa, waar ooievaars gemiddeld meer jongen grootbrengen. De reden zou kunnen zijn dat ooievaars in ons intensief gebruikte platteland onvoldoende voedsel vinden om een groter aantal jongen groot te brengen. Maar er is onvoldoende onderzoek gedaan om dit echt aan te tonen.
Beverdam zorgt voor voldoende voedsel
Het broedsucces in het Webbekoms Broek is in die context opmerkelijk. De aanhoudende droogte in de maand mei was op veel andere plaatsen een probleem maar in Webbekom was wel voldoende voedsel beschikbaar door de nieuwe dam die door de bever werd opgeworpen. Daardoor bleef een gedeelte van het buitenbekken blank staan en ook de weiden bleven zompig. De ooievaars foerageerden vlakbij hun nest in deze zompige weiden en randen. Ooievaars eten vooral regenwormen en braken die dan uit op het nest, waar de brei wordt opgezogen door de jongen. Pas in een latere fase zie je ze al eens achter een maaibalk lopen om muizen en opvliegende sprinkhanen te vangen.. Een mol kan er ook altijd bij, maar voldoende regenwormen zijn de basis van een succesvol broedsel.
Je kan verder lezen na de afbeelding
Volgens vrijwilliger en natuurkenner Luc Cieters zijn de broedresultaten in 2022 opnieuw niet zo gunstig zijn. De oorzaak zou nu de droogte in het voorjaar kunnen zijn. Luc Cieters en een aantal collega-vrijwilligers brachten een bezoek aan de site in het Franse Haverskerque waar het ouderpaar van de mannelijke ooievaar in Webbekom ieder jaar broeden. Hun jongen hebben het voorjaar niet overleefd. Er deed zich daar een ander merkwaardig fenomeen voor. Blijkbaar hebben de ooievaars een tweede broedpoging in één broedjaar willen beginnen.
Zwervende ooievaars zorgen voor onrust
In Webbekom kregen ze dit jaar te maken met een opvallend fenomeen. Er kwamen nogal wat zwervende ooievaars rondhangen. De vogels zijn pas geslachtsrijp in het derde of vierde kalenderjaar en tot die tijd zwerven ze rond. Dat leidde dit jaar tot ernstige gevechten met het ouderpaar en één zwerver belandde in de prikkeldraad. De meeste zwervende vogels waren ongeringd Ook dat is een vreemd fenomeen want in Nederland, België, Duitsland en Frankrijk lopen uitgebreide ringprogramma’s. De geringde zwervende vogels van 2020 en 2021 kwamen vooral uit Duitsland en Planckendael.
Je kan verder lezen na de afbeelding
Twijfels over clustersysteem
Er leken ook volwassen vogels langs te komen die één van de andere nestpalen op het oog hadden. Alhoewel die dus geen bedreiging leken te zijn voor het ouderpaar, werden ze toch onmiddellijk verjaagd. Dat doet twijfels rijzen over het clustersysteem dat ze in Webbekom toepassen en waar nestplaatsen dicht bij elkaar worden geplaatst. In Planckendael is dat de regel maar daar worden de vogels bijgevoederd en hoeven ze geen voedselterritorium te verdedigen. In Webbekom lijkt het erop dat bij een nestpaal een territorium hoort en dat de vogels dat fel verdedigen waardoor kandidaat-broeders moeten doortrekken. Er zijn voorlopig onvoldoende onderzoeksresultaten om die veronderstelling te bevestigen. In elk geval zal de nieuwe nestpaal, geschonken door de provincie Vlaams-Brabant, wat verderop geplant worden
