Averbode Bos en Heide allicht meest diverse gebied van Vlaanderen met meer dan 5500 soorten

Natuurpunt maakte deze week een balans op van 15 jaar natuurherstelwerken in Averbode Bos en Heide. Die balans is bijzonder positief. Veel meer doelsoorten dan gedacht zijn weer terug. Er zijn ondertussen meer dan 5500 soorten waargenomen. Daarmee is het gebied allicht het meest diverse van Vlaanderen.

1500 hectare privébossen overgedragen aan Vlaanderen

Begin jaren 2000 verkocht de familie de Merode het privédomein van bijna 1500 hectare aan Vlaanderen. Daar zou men het later weer doorverkopen aan de gebiedspartners op voorwaarde dat ze het gebied verder zouden ontwikkelen en het als een geheel zouden bewaren.
Natuurpunt kocht ongeveer 600 hectare van het gebied. Die site stond vol met aangeplante Corsicaanse dennen.  Die bomen werden vroeger gebruikt als stuthout voor de mijnbouw maar de mijnen stopten de activiteiten en hadden dus niet langer dat hout nodig.

Beheeerplan nodig

Corsicaanse den is niet bepaald een garantie voor biodiversiteit en dus werd er een beheersplan geschreven om dat snel te laten evolueren. Voor het beheerplan van de site haalden ze bij Natuurpunt veel inspiratie uit de historische Averbodium kaart uit 1650. Dat is een kaart van de omgeving rondom de abdij, uit de tijd dat de mensen nog niet de middelen hadden om te draineren, op te hogen, te verharden of te bemesten. Ze moesten net zien te werken mét in plaats van tegen de natte laagtes, de droge duinen en de hellingsverschillen in het gebied. Tegelijk werd rekening gehouden met de huidige context. Er liggen een aantal gewestwegen doorheen vennen, er zijn woonkernen neergepoot en waren ook enkele mooie spontaan ontwikkelde vegetaties die behouden bleven.

Relictpopulaties van heide

In de bossen kwamen nogal wat relictpopulaties van zeldzame heidesoorten voor. Ook oudere inwoners herinnerden zich dat er ooit grote open heidevlaktes waren. In en rond het gebied waren nog waarnemingen bekend van nachtvlinders en waterwantsen die elders enkel in een heidelandschap leven. Dat werd meegenomen in het beheerplan.

Het beheerplan had als doel om biotopen zoals droge en natte heide, vennen, stuifduinen, heischraal grasland en loofbos te herstellen. Om dit doel te bereiken werden grootschalige werken uitgevoerd die aanvankelijk op heel wat protest stootten. De uitvoering van de werken begon in 2007.

Teruggekeerde soorten

Ondertussen kleurt Averbode elk jaar een beetje meer paars in de nazomer, mede door een volgehouden begrazing met een gehoede schaapskudde. Dit geldt trouwens voor zowel natte als droge heide, waarbij ook veel typische plantensoorten van deze ecosystemen terug uit de zaadbank verschenen zijn. Want die veerkracht heeft de natuur gelukkig, eens de juiste condities gecreëerd worden, kunnen zaden die tientallen jaren in de bodem begraven lagen, opnieuw kiemen. Voorbeelden hiervan zijn klein warkruid, dwergzegge, kleine zonnedauw, moeraswolfsklauw, klein glidkruid …

Bij vegetaties horen natuurlijk ook dieren en ook die vonden hun weg terug naar Averbode.

In 2008, kort na de eerste herstelwerken, was ’s nachts terug het geratel van de nachtzwaluw te horen. Sinds lange tijd was de soort verdwenen uit Vlaams-Brabant, maar na het heideherstel in dit gebied, keerde ze als broedvogel terug.
Het groentje, een niet zo alledaagse dagvlinder, slaagde erin het gebied te koloniseren vanuit een populatie ten oosten van Averbode Bos & Heide.
De roodbruine heiderouwzwever is een zeldzame vlieg die parasiteert op graafwespen. Er werden ook zeldzame bijen en zweefvliegen van de heide genoteerd.

Positief is dat er nog geregeld nieuwe soorten blijven opduiken. In 2022 werd het zwart wekkertje voor het eerst waargenomen, evenals de zeer zeldzame boszandloopkever. 

Ze zijn ook een aantal bijzondere paddenstoelen die van het heideherstel konden profiteren, zoals wit heidetrechtertje en heideknotszwam. 

Herstel van bossen

Voor het gebied in beheer kwam van Natuurpunt was het een afgesloten domein in functie van de jacht- en houtopbrengst. Om de biodiversiteit in de echte boszones binnen het gebied te versterken, wordt op regelmatige basis aan houtoogst gedaan. De donkere naaldbossen worden omgevormd naar biodiverse (gemengde) loofbossen. Dat gebeurt door te dunnen, te ringen, maar evengoed door open plekken te maken en die zonder ingrijpen opnieuw te laten verbossen. Zo ontstaan ongelijkjarige, structuurrijke bossen die het leefgebied vormen van heel wat interessante soorten. De boommarter is een van die dieren die in België aan het oprukken is en die ze in Averbode een van de volgende jaren hopen te verwelkomen.

Bosrandbeheer

Een belangrijk focuspunt voor de toekomst is ook het bosrandbeheer. Goed ontwikkelde bosranden zijn zeldzaam in Vlaanderen, de overgang in het landschap is meestal kaarsrecht, nagenoeg gemillimeterd. Dit terwijl net de natuurlijke glooiende overgang van lage naar hoge vegetatie een echte hotspot is waar soorten van verschillende biotopen elkaar tegenkomen. De bruine eikenpage is een typische vlindersoort die nood heeft aan jonge, zonbeschenen eikjes met veel nectar in de buurt. Er leeft nog een populatie in een aangrenzend natuurgebied en door gerichte stapstenen in te richten met steun van de provincie Vlaams Brabant en het Agentschap Natuur en Bos, kunnen die eventueel Averbode Bos en Heide bereiken.

Herstel van vennen

Op de Averbodium-kaart uit 1650 was er sprake van 42 vennen in de omgeving van de abdij. In de 21ste eeuw waren die allemaal drooggelegd om de bosexploitatie maximaal te laten renderen. Natuurpunt startte in 2007 met het dempen van drainagegrachten. De voormalige vennen werden opnieuw uitgegraven. Met het oog op de veranderingen in het klimaat is het belangrijk om zoveel mogelijk natte natuur te herstellen zodat er meer water in het gebied vast gehouden kan worden. 

Ondertussen zijn in het reservaat alweer een 20-tal vennen te vinden waar vinpootsalamanders en poelkikkers zich voortplanten en waar in mei een tapijt van witte waterranonkel en moerashertshooi te bewonderen valt. 

Van de meeste van deze vennen was het bestaan al geweten. Maar er zijn ook vennen opgedoken op plaatsen waar niemand ze had verwacht, zoals het “Ven Nooit Gedacht” in het Limburgs deel van het gebied. 

Het bekendste en grootste ven in Averbode is allicht het Munninckxgoor. Dit ven werd in 2013 uitgegraven op een plek waar voorheen een maisakker en populierenaanplant was.

Ondertussen is het een essentiële stopplaats tijdens de trek van heel wat vogelsoorten, voornamelijk de voedselzoekende zwarte ooievaars in het najaar zijn ongekend in Vlaanderen.

Ook voor libellen is het venherstel een geslaagd project. In 2016 werd hier de eerste witpuntoeverlibel voor Vlaanderen gezien. 

Herstel van landduinen 

Tegen de ijzerzandsteenheuvels in het gebied, zijn na de laatste ijstijden grote stuifzandduinen aangewaaid. Deze vegetatiearme, natuurlijke zandbakken zijn zeer typisch voor de Kempen en komen op Europese schaal ook voornamelijk hier voor. Het lijken wel woestijnen, maar vormen daardoor het zeldzame habitat van enkele zeer specialistische planten en diersoorten. Klein tasjeskruid bijvoorbeeld leeft en bloeit enkel in het natte voorjaar en overleeft puur met zijn zaden de droge hete zomer. Een typische soort als de blauwvleugelsprinkhaan is dan weer zo goed gecamoufleerd op de ondergrond dat je ze pas ziet wanneer ze haar vlinderblauwe vleugels uitspreidt om voor je voetstap uit te vliegen.

Landduinen als deze zijn kurkdroog aan het oppervlak en van nature zijn ze te schraal voor veel vegetatie. Hierdoor vormen ze net een groot grondwaterreservoir die de vennen in de omgeving heel de zomer van uitsijpelend water voorzien en die ook onze drinkwaterlagen aangevuld houden. Toen ze nog beplant waren met naaldhout, verdween er veel meer water uit het gebied dan nu ze terug hun natuurlijke zandbak zijn.

Allicht meest diverse gebied van Vlaanderen met meer dan 5500 soorten

Averbode is het enige grote heidegebied in de omgeving en de vraag was of sommige doelsoorten ook daadwerkelijk zouden terugkeren. Dat is wel degelijk gebeurd en overtrof soms de verwachtingen. Zo achten ze het bij Natuurpunt bijna onmogelijk dat het heideblauwtje nog zou terugkeren, maar dat is toch werkelijkheid geworden.
Ondertussen zijn er in de perimeter van Averbode Bos en Heide al meer dan 5.500 soorten waargenomen. Dat maakt dit gebied één van de meest diverse gebieden in Vlaanderen.

One comment

Geef een reactie