UZ Leuven ontwikkelt stappenplan voor aanpak obesitas en zwaarlijvigheid

TV-maker Wim Lybaert haalt deze week de frontpagina’s van zowat alle media met zijn nieuwe programma “Een jaar op zee”. Lybaert komt ook met een opvallend statement. Hij schrok toen hij zichzelf op TV zag omdat hij stevig was aangekomen.

Dat brengt ons naadloos bij obesitas. Obesitas en zwaarlijvigheid kosten het Belgische gezondheidssysteem handenvol geld. Belgische obesitasspecialisten ontwikkelden nu een stappenplan waarin huisartsen, diëtisten, kinesitherapeuten, psychologen, endocrinologen en abdominaal chirurgen nauw samenwerken. De huisarts is daarin een spilfiguur die kan doorverwijzen naar een obesitascentrum voor de meer complexe obesitaszorg.

Chronische ziekte

Het aantal mensen met overgewicht en obesitas neemt wereldwijd toe. Ook meer dan de helft van de Belgen lijdt aan overgewicht of obesitas. Dat eist zijn tol: overgewicht leidt tot heel wat andere ziektes en oversterfte. Tijdens de coronapandemie werden zwaarlijvige mensen ernstiger ziek en kwamen ze vaker op intensieve zorg terecht. De Wereldgezondheidsorganisatie erkende in 1948 al obesitas als chronische ziekte, wat betekent dat mensen die eraan lijden recht hebben op een adequate behandeling. Maar daarin schiet ons land tekort, aldus de obesitaskliniek van UZ Leuven

Bart Van der Schueren

Heel wat mensen kunnen prima geholpen worden door de huisarts, diëtist of met psychologische begeleiding.

Volgens Prof. dr. Bart Vanderschueren, endocrinoloog in UZ Leuven, is het hoog tijd om overgewicht en obesitas de aandacht te geven die het verdient.

Mensen met overgewicht of obesitas komen terecht in een oneerlijke strijd met hun metabolisme. De kennis over obesitas en hoe men mensen met obesitas kan helpen, is enorm geëvolueerd. Het komt eropaan die wetenschappelijke inzichten nu ook toe te passen in de klinische zorg. Maar niet ​ alle zwaarlijvigheid moet gemedicaliseerd worden. Heel wat mensen kunnen prima geholpen worden door de huisarts, diëtist of met psychologische begeleiding.

Volgens Prof. dr. Bart Vanderschueren, endocrinoloog in UZ Leuven, is het hoog tijd om overgewicht en obesitas de aandacht te geven die het verdient. Mensen met overgewicht of obesitas komen terecht in een oneerlijke strijd met hun metabolisme. De kennis over obesitas en hoe men mensen met obesitas kan helpen, is enorm geëvolueerd. Het komt eropaan die wetenschappelijke inzichten nu ook toe te passen in de klinische zorg. Maar niet ​ alle zwaarlijvigheid moet gemedicaliseerd worden. Heel wat mensen kunnen prima geholpen worden door de huisarts, diëtist of met psychologische begeleiding.

Huisarts is spilfiguur

In samenwerking met de Belgian Association for the Study of Obesity en Eetexpert ontwikkelde UZ Leuven een stappenplan voor de organisatie van obesitaszorg in de brede regio. Die kan als leidraad dienen om obesitas bespreekbaar te maken, de ernst ervan in te schatten en behandelingen op te starten naargelang het stadium van de zwaarlijvigheid. Om het verschil duidelijk te maken met commerciële organisaties die inspelen op afvallen, is een duidelijke structuur nodig over wie waar hulp kan zoeken. Huisartsen, diëtisten, kinesitherapeuten ​ en psychologen moeten nauw samenwerken en kunnen doorverwijzen naar een obesitascentrum.

Als er nood is aan een ziekenhuisbehandeling, kan een erkend obesitascentrum een rol spelen. Een multidisciplinaire obesitaskliniek is enkel in bepaalde gevallen nodig en kan enkel goed werken als patiënten goed opgevangen worden in de eerstelijn. Levensstijlaanpassingen zijn altijd de hoeksteen van de behandeling, maar als die niet voldoende blijken te werken, kan gebruik gemaakt worden van de nieuwste medicatie die ingrijpt op het honger- en verzadigingssysteem. Daarnaast is er de mogelijkheid om een chirurgische ingreep te doen: de barriatische operaties werden de voorbije jaren minder invasief en dus veiliger.

Start zorgtraject voor kinderen

Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke laat weten dat een werkgroep van het Riziv momenteel sleutelt aan een breed zorgtraject, dat alle aspecten rond obesitas bij kinderen en jongeren omvat. Die hervorming moet obesitas zo vroeg mogelijk detecteren, kinderen en jongeren met obesitas – maar ook hun familie – zo snel mogelijk én adequaat begeleiden, en de nodige zorg verlenen mét de juiste behandeling.
Bij elke belangrijke ‘groeifase’ – denk aan de overgang naar het middelbaar, maar even goed aan een groeispurt of je lichaam dat verandert tijdens de puberteit – bestaat een kans op terugval. De mogelijkheid moet er altijd zijn om een kind of een jongere opnieuw – én vlot – naar een intensief programma te leiden, maar evengoed omgekeerd en een trapje lager te gaan in de zorg als het goed loopt. Samenwerking over alle lijnen in de zorg is dé sleutel.

Prof. dr. Bart Vanderschueren hoopt dat ook de volwassen obesitaszorg een duidelijk traject krijgt. Terugbetaling voor behandeling en opvolging van obesitas is dringend nodig. Obesitas heeft niet alleen vroegtijdig overlijden tot gevolg, maar ook diabetes, hart- en- vaataandoeningen, kanker en slaapapneu. Bovendien zijn er grote psychische en sociale gevolgen. Dat kost de overheid handenvol geld en zorgt voor een belasting van het gezondheidszorgsysteem.”

Geef een reactie