Mariapark Averbode voorlopig erkend als onroerend erfgoed

De Vlaamse overheid heeft op vrijdag 15 oktober 2021 de procedure opgestart voor de erkenning van het Mariapark van Averbode als onroerend erfgoed. Door de opstart van de procedure krijgt het park voorlopige bescherming. Na een openbaar onderzoek wordt binnen negen maanden overgegaan tot de definitieve erkenning.

Met de procedure erkent Vlaanderen het belang van de traditie van de volksdevotie in de katholieke wereld sinds de 2de helft 19de eeuw.

Zeven smarten van Maria

Het parcours in het park bevat zeven staties, die de zeven weeën of smarten van Onze-Lieve-Vrouw uitdrukken, en eindigt in een Mariagrot, een van de grootste in Vlaanderen overigens, die in 1998 al werd gerenoveerd.

Het Mariapark heeft er decennialang compleet verwaarloosd bij gelegen. Het was verworden tot een soort brousse waar de wildgroei de monumenten had overwoekerd. In 2019 werden alle planten en bomen correct opgesnoeid, er kwamen mooie plantpartijen bij en de paden werden opnieuw aangelegd. In het park maar ook aan de zijkant werden houten banken in merodestijl geplaatst en het park kreeg twee extra ingangen, eentje aan de parking van het Moment en eentje aan de Herseltsebaan.

Door die ingreep werd het Mariapark opgewaardeerd tot een unieke, religieus geïnspireerd, site met zeven opmerkelijke monumenten in cementrustiek. Dat is in feite cementmortel, versterkt met een netwerk van ijzerdraad.

Het compleet heringerichte park werd in april 2019 officieel terug open gesteld door toenmalig Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw Koen Van den Heuvel.

Je kan verder lezen na de afbeeldingen

Aartsbroederschap van Onze-Lieve-Vrouw

De aanleg van het park startte in 1935 en kwam er op initiatief van de Aartsbroederschap van Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart. Die vereniging was in de abdij gevestigd en telde op haar hoogtepunt meer dan 500.000 leden die ook een bijdrage betaalden. Het Aartsbroederschap had als doel om de verering van Maria te ondersteunen.
In 1933 werd Bernadette Soubirous in Lourdes heilig verklaard. In datzelfde jaar worden de verschijningen geregistreerd in Beauraing en Banneux. Dat gaf de bedevaart naar Averbode en Scherpenheuvel een stevige boost.

De populariteit van Averbode is deels ook te verklaren door de sociale rechten die de arbeiders in die periode verwerven. Veel mensen kunnen voor het eerst op vakantie gaan en het bosrijke Averbode heeft hen op dat moment wel wat te bieden.

In 1935 piekt het toerisme en net op dat moment bestaat de Aartsbroederschap vijftig jaar. Pater Justinus Dockx , de secretaris van het genootschap, ging op bezoek bij de Franciscanen in Moresnet. Daar hadden ze een kruiswegpark en Justinus zag een vergelijkbare infrastructuur in Averbode als een ideaal middel om de bedevaarten nog meer te bevorderen. De aanleg van het park zou tegelijkertijd uitstekend passen bij de viering van het gouden jubileum. De beslissing om met de werken te starten viel dan ook snel.

Aanleg verloopt dramatisch

De aanleg van het park verloopt echter dramatisch. De abdij staat er financieel erg slecht voor en de aannemer maakt er een compleet potje van. De inwijding moet tot driemaal toe worden uitgesteld.

Op zondag 21 juni 1936 werd het park dan toch officieel geopend maar op dat moment waren enkel de grot en een van de staties klaar. Toch kwamen destijds duizenden bedevaarders afgezakt naar de inwijding. Om 10 uur vertrok een processie vanaf het kerkplein naar het nagelnieuwe abdijpark. In dat park zegent monseigneur Crets, prelaat en abt-generaal van de norbertijnen, de nieuwe Lourdesgrot. Minderbroeder Norbertus Broeckaerts houdt een sermoen vanaf de kunstbetonnen preekstoel.

De verdere aanleg zal daarna nog ongeveer 25 jaar aanslepen. In 1940 breekt de tweede wereldoorlog uit en in 1942 brandt de abdij tot op de grondvesten af. In 1960 worden eindelijk de laatste staties afgewerkt.

Geef een reactie