Erkenning van Demer- en Laakvallei als erfgoedlandschap legt ontwikkeling regio voor decennia vast

De Demer- en Laakvallei tussen Diest en Werchter is erkend als erfgoedlandschap. Met 3266 hectare is het ook meteen het grootste erfgoedlandschap in Vlaanderen. Die erkenning klinkt misschien niet spectaculair en ze passeert wat onopgemerkt maar ze heeft verregaande consequenties voor de toekomstige ontwikkeling van dat gebied en specifiek ook voor de ontwikkeling van het Hageland.
De erkenning is uitgeschreven in een lange reeks teksten die ondersteund worden door een kast vol plannen en grafieken. Een Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan -GRUP- voor zo’n groot gebied is dan ook een bijzonder ingrijpende maatregel en die wordt omstandig gedocumenteerd. Er is ook een samenvatting maar ook die is 151 pagina’s lang. De inhoud ervan is dus niet te bundelen in een artikel. Precies omdat de gevolgen ervan heel erg ingrijpend zijn op tal van aspecten voor de toekomst van de regio, maken we er een uitgebreide reeks van.
Het GRUP legt in eerste instantie een reeks maatregelen op om de erfgoedwaarden en -kenmerken van de regio te beschermen. Daarom worden ze vertaald en ingeschreven in de stedenbouwkundige voorschriften. Die bepalen wat je al dan niet nog mag doen in de open ruimte. Naast die beschermende maatregelen ontstaan er ook een aantal voordelen. Iedereen kan bijvoorbeeld erfgoedpremies aanvragen voor werken aan erfgoed binnen het erfgoedlandschap. Daar is dan wel een beheersplan voor nodig. Voor overheden geldt de zorg- en motiveringsplicht. Tenslotte moet je het Agentschap Onroerend Erfgoed in bepaalde gevallen (omgevingsvergunning, milieueffectrapport) om advies vragen.
Het GRUP bestendigt uiteraard de positie en de bescherming van de monumenten langs de Demer. Dat is een lange lijst met onder meer de Onze-Lieve-Vrouwkerk in Aarschot of de Sint-Sulpitiuskerk in Diest met de kenmerkende Demergotiek . Er is ook de Maagdentoren in Zichem, opgetrokken in ijzerzandsteen.
Punten, lijnen en vlakken
Niet enkel in de dorps- of stadskernen, ook in de open ruimte valt heel veel erfgoed te bewonderen. Vaak gaat het daar over monumenten die minder bekend zijn. Op het grafisch plan van dit GRUP zijn, naast de contouren van het erfgoedlandschap, ook punten, lijnen en vlakken aangeduid die belangrijke erfgoedelementen vormen.
Enkele voorbeelden van vastgelegde punten zijn de Soldatenbrug te Rotselaar, de hoeve op de donk van Weerde in Aarschot en de kapel met gesnoeide haagbeuk in Diest. De Wildendriesdijk met knoteiken in Testelt en de ringgracht rond de Veldonkhoeve in Tremelo zijn voorbeelden van lijnvormige elementen. Een vlakvormig element is bijvoorbeeld de Schans van Messelbroek en het vergezicht vanaf de Meulderskapel in Rotselaar.
Naast natuurgebieden, ecologisch waardevolle agrarische gebieden en bouwvrije agrarische gebieden duidt het plan ook CH-gebieden aan. Dit zijn gemengd openruimtegebieden met cultuurhistorische waarde zoals het Landhuis Rega’s Hof van Rotselaar en het Kasteel ter Rivieren en omliggend parkgebied in Aarschot.
Demer- en Laakvallei als aaneengesloten geheel
Voor de afbakening van het plangebied werd de vallei van de Demer en de Laak in de gemeenten Tremelo, Rotselaar, Aarschot, Scherpenheuvel-Zichem, Begijnendijk en Diest als samenhangend en ruimtelijk aaneengesloten geheel van openruimte bekeken. Bebouwde kernen worden niet mee opgenomen in het plangebied. Recreatieve clusters in of aan de rand van het plangebied worden, afhankelijk van hun rol in de vallei en potenties tot afstemming met de openruimte, wel opgenomen in het plangebied.
Sigmaplan pakt Demervallei als één geheel aan
De ontwikkeling van de Demervallei tussen Diest en Werchter op het vlak van veiligheid, natuurontwikkeling en recreatie heeft een sterk raakvlak heeft met de bouwstenen van het Sigmaplan. Daarom werd in 2011 beslist om de
die ontwikkeling ook effectief onder te brengen in zo’n Sigmaplan. Het Sigmaplan pakt de knelpunten en uitdagingen in de Demervallei als één geheel aan, en ontwikkelt ook de troeven van het gebied. Concreet voor het Sigmaplan Demervallei betekent de vertaling van de vier pijlers:
• Het waterbergingsvermogen in de Demervallei verhogen door het maken van bressen op strategische locaties en door het aansluiten van oude, niet-bedijkte meanders. Hierdoor kan het valleigebied van de Demer terug aangesproken worden voor waterberging. Om het water vertraagd te laten afstromen, worden compartimenteringsdijken aangelegd. Door deze maatregelen kan er binnen het valleigebied van de Demer 1 tot 2 miljoen m³ extra waterbergingscapaciteit gerealiseerd worden.
• Bescherming van woningen en bedrijven tegen overstromingen door behoud of optimalisatie van veiligheidsdijken. Waar er vandaag geen dijken aanwezig zijn en waar dit nodig blijkt uit de modelleringen, worden er nieuwe veiligheidsdijken aangelegd om woonkernen en bedrijventerreinen te beschermen tegen mogelijke overstromingen. Ook ten aanzien van individuele woningen of bedrijven zal bekeken worden welke de meest aangewezen maatregelen zijn om deze tegen overstromingen te beschermen.
• Herstellen van de structuurkwaliteit en de natuurlijke waterhuishouding door meer ruimte te voorzien voor de waterloop. Dit gebeurt in eerste instantie door het aansluiten van de oude meanders. Langs deze oude meanders kan er 11 km topnatuur ontwikkeld worden. Tenslotte zal ook het herstellen van de zomerwaterstanden door peilverhoging van de Demer bijdragen aan het herstel van de relatie tussen rivier en vallei.
• Versterking van het toeristisch recreatief netwerk
Het Sigmaproject is een omvangrijk project dat niet in één keer kan uitgevoerd worden. Zoals in de geïntegreerde beslissing van 2016 reeds werd beslist, wordt het “voorkeuralternatief gefaseerd gerealiseerd in deelprojecten.
Meest markante plaatsen
Vanuit het Agentschap Onroerend Erfgoed is nagegaan wat de meest markante plaatsen zijn die de
Demervallei op vlak van cultuurhistorie en landschap in Vlaanderen op de kaart zetten. Die lijst is van belang, onder meer in verband met de toekenning van subsidies. Allicht zullen deze sites ook het meeste aandacht krijgen bij de toekomstige ontwikkeling van de regio. Het onderzoek resulteerde in volgende lijst van markante sites:
- Aarschot (Gelrode) – Begijnendijk (Betekom): De Meander van Vorsdonk-Turfputten en het
omliggende landschap met de Kastelen van Rivieren en Nieuwland, Hoeve Nieuwland en het
valleigebied rond het Bruggenhof. - Aarschot (Aarschot): De erfgoedsite Schoonhoven met omliggend landschap.
- Aarschot (Langdorp): De dorpskern van Langdorp en het omliggende valleilandschap met
inbegrip van de verdwenen kern van het gehucht Donk. - Aarschot (Langdorp): Het verdwenen landbouwgehucht de Laak met het omliggende
landschap. - Aarschot (Rillaar): De omgeving van de Amer van Rommelaar.
- Diest (Molenstede): De oude groeve van het Grasbos en omgeving.
- Rotselaar (Rotselaar): Domein van het landhuis Rega’s Hof.
- Tremelo: De Veldonkhoeve en de Laakvallei.
- Rotselaar (Werchter): De Mulderskapel en de onmiddellijke omgeving.
- Scherpenheuvel-Zichem (Testelt): De dorpskern van Testelt en de Voortberg.
- Scherpenheuvel-Zichem (Messelbroek): De dorpskern van Messelbroek, het valleilandschap van de Baggelt en de Schans van Messelbroek.
- Scherpenheuvel-Zichem (Zichem): De Maagdentoren en het omliggende landschap, met inbegrip van het Oranjekasteel, een deel van de stadsvest en de stadskern.
- Scherpenheuvel-Zichem (Zichem): De stationsbuurt van Zichem.
- Scherpenheuvel-Zichem (Zichem): Huize Ernest Claes en de onmiddellijke omgeving.
Weekendverblijven worden weer natuurgebied
Voor het gehele grondgebied van Scherpenheuvel-Zichem en Rotselaar (en bij uitbreiding de volledige
provincie Vlaams-Brabant) werd in 2009 het provinciaal planproces opgestart om een gebiedsgerichte
oplossing te bieden voor de problematiek rond permanent bewoonde weekendverblijven, campings
en residentiële woonwagenterreinen. In dit provinciaal planproces werd aangeven dat Olifant en Leybos groep 3 en Roebos/Wielewaalstraat niet geschikt zijn om te herbestemmen naar kleinschalig wonen. Beide gebieden worden als uitdovend gekwalificeerd. Concreet voor Roebos wordt het valleigebied rond de Laarbeek hersteld. Ten zuiden van de Spechtstraat, zeg maar het hoger gelegen gedeelte, komt een ontwikkeling voor kleinschalig wonen.
Toeganspoorten in iedere Demergemeente
Steden en dorpskernen worden ingeschakeld in de keuze en inrichting van de toegangspoorten. Ook de stationsomgevingen en de domeinen Halve Maan (Diest) en Achter Schoonhoven (Aarschot) blijven hun rol vervullen als knooppunt in het toeristisch-recreatief netwerk.
Aansluitend bij de kernen worden in elke Demergemeente ‘ontmoetingsplaatsen’ ingericht, waarbij de betrokken partners (gemeente, provincie, Regionaal Landschap) zorgen voor een kwalitatieve inrichting en beheer. Deze plaatsen dienen als onthaalzone, poort (toegang) of ontmoetingsplaats. De ontwikkeling van laagdynamische recreatie staat hier voorop. In sommige van deze plaatsen wordt tevens voorzien in de bundeling of herlocalisatie van bestaande
recreatieve voorzieningen zoals bijvoorbeeld visvijvers, speelactiviteiten of kano-opstapplaats.
Vanwege het parkachtige karakter en het multifunctionele gebruik zullen deze plaatsen herbestemd worden naar ‘gemengd openruimtegebied’:
- Aarschot-west, aan de ring van Aarschot, samenvloeiing Laak en Demer
- Bekaf, Amerstraat en Bekaflaan te Aarschot
- Site achter kerk te Langdorp, met kerkhof, parochiezaal, voetbalveld
- Historische dorpskern van Testelt
- Ontmoetingsplaats Hemmekes tot station (Demereiland/Beemdenstraat) te Zichem
- Roebos Spellehut
- Site te Werchter tussen de Nieuwe Baan en de Demer (deel van het toekomstig
Demerbroekpark). - Boerenkrijgplein ten oosten van Diest (domein Halve Maan) is ook een van de
ontmoetingsplaatsen van de Demer, maar valt buiten contouren van het plangebied.
Natuurlijk herstel van oevers en bedding van de Laak
De erkenning gaat over de Demer en de Laak maar die laatste rivier is in de loop der jaren voor een stuk dichtgeslibd. Het natuurlijk herstel van de waterloop en haar ecologische en fysicochemische kwaliteit is een belangrijke uitdaging. De Laak heeft op twee grote vlakken een relatie met de Demervallei. In het kader van integraal waterbeheer worden op twee locaties, net stroomopwaarts Aarschot en net stroomafwaarts de westelijke Ring, acties ondernomen die de watervoering van de Grote Laak moeten herstellen.
Net stroomopwaarts Aarschot (wijk Bekaf) wordt het basisdebiet van de Laak hersteld (200 l/s). Het herstel van de waterhuishouding is een eerste stap richting het verder versterken van de Laak als groen-blauw lint doorheen Aarschot. Net stroomafwaarts de westelijke ring is er binnen Sigma een actie opgenomen die een gecontroleerde inlaatconstructie voorziet via de meander Steyenhof op de rechteroever van de Demer. Bij hoge waterstanden op de Demer zal een beperkte en gecontroleerde hoeveelheid Demerwater kunnen afvloeien via de Laak. Een totaalafvoer van zowel regen- als Demerwater wordt beperkt om de huidige afvoercapaciteit van de Grote Laak niet te overschrijden. De oevers van de Laak zijn op verschillende plaatsen niet meer zichtbaar en verwaarloosd. Het Oeverzoneproject moet die situatie herstellen en tevens verschillende boscomplexen met elkaar verbinden.
Opmerking: De inhoud van erkenning is veelomvattend en belangrijk. We openen een reeks artikels over de concrete impact ervan.
Individuele drama’s worden doodgezwegen ! 135 Bezwaren werden straal genegeerd ..