Bestuur in Scherpenheuvel-Zichem pareert kritiek vanuit oppositie over verdeling noodfonds voor jeugd-, cultuur- en sport

Het Vlaams parlement keurde op 17 juni 2020 een noodfonds goed om de jeugd-, de cultuur-, de media- en de sportsector te ondersteunen en zo de gevolgen van covid-19 op te vangen. In het decreet dat die ondersteuning regelt stond een opmerkelijke paragraaf. Artikel 8 kent aan iedere gemeente in Vlaanderen een bedrag toe dat die gemeenten vrij mogen besteden om die sectoren op lokaal vlak te ondersteunen. Het geld is niet geoormerkt. De lokale besturen mochten dus zelf bepalen wat ze ermee doen. Ze moeten verder ook niet verantwoorden hoe ze het hebben besteed.
Scherpenheuvel-Zichem kon daardoor een extraatje van 230.171,48 euro doorschuiven naar de verenigingen.
Het stadsbestuur besliste om het volledige bedrag te verdelen over alle erkende verenigingen in de brede betekenis. Het gaat dus niet enkel over jeugd-, cultuur- en sportverenigingen maar ook seniorenverenigingen, welzijnsorganisaties, milieubewegingen, oudercomités van de scholen, buurtcomités ,verenigingen voor ontwikkelingssamenwerking en verenigingen voor dierenwelzijn krijgen een steuntje in de rug. In totaal gaat het over 184 organisaties. Die krijgen allemaal een forfaitair bedrag van 500 euro. Het excedent van de pot, 139.171,48 euro, wordt verdeeld op basis van de subsidies die de verenigingen de laatste drie jaar gekregen hebben.
In Diest bijvoorbeeld, koos het stadsbestuur voor een andere strategie. Daar werd een belangrijk deel van het geld onder meer gedraineerd naar CC Den Amer en de andere infrastructuur van de stad. Er werd ook een schijf afgeroomd om de lokale economie te steunen. Het verenigingsleven kreeg er dus proportioneel minder geld uit het noodfonds.
N-VA was het destijds niet eens met de voorgestelde regeling. De oppositiepartij vroeg om de stemming erover uit te stellen en de verdeling eerst grondiger door te praten met de adviesraden. Burgemeester Claes gaf echter aan dat de jeugd-, cultuur-, senioren-, welzijns-, milieuraad, de gemeentelijke raad voor ontwikkelingssamenwerking en het beheersorgaan van de culturele infrastructuur akkoord gingen met het voorstel. Enkel de sportraad gaf negatief advies.
N-VA fulmineerde deze week echter opnieuw over de verdeling vaan de subsidies. Bij een aantal verenigingen zouden op het uitgekeerde bedrag openstaande rekening ingehouden zijn. De partij maakt echter niet concreet over hoeveel verenigingen het gaat en over welke bedragen dat dan gaat. Raadslid Lieven Simon stelde zelfs dat het stadsbestuur de eigen zakken zou vullen met Vlaamse subsidies voor noodlijdende verenigingen.
Dat zakken vullen blijkt uiteindelijk nogal mee te vallen. De meerderheid van CD&V en Open VLD reageerde vandaag op die toch wel stevige beschuldiging. Van de 231.171,48 euro die integraal werd doorgestort naar alle erkende verenigingen, werd inderdaad een bedrag van in totaal 2.224,00 € bij vier sportverenigingen ingehouden”, zegt burgemeester Manu Claes. “Dit is net geen 1% van het totale bedrag. De bewering van N-VA dat het voor veel verenigingen als een onaangename verrassing kwam is dus meer dan overdreven. Die veel slaat dus op 4 van de 184 verenigingen.”
Het stadsbestuur heeft dus inderdaad een aantal openstaande facturen verrekend voor de huur van infrastructuur voor de periode van oktober, november en december 2020. Daarbij werd een korting van 50% toegekend als compensatie in deze coronacrisis. Deze facturen dekken onder meer het gebruik van kleedkamers in de sporthallen en het gebruik van de sportzalen zelf. Voor 1 vereniging gaat het om reeds langer openstaande schulden voor het maaien van het door hen gebruikte voetbalterrein door de stadsdiensten.
N-VA beweerde ook dat de stad facturen is blijven sturen naar verenigingen voor vergoedingen voor sportterreinen terwijl alle activiteiten stil lagen. Het gebruik van sportterreinen, overwegend voetbalterreinen die eigendom zijn van de stad, en gebruikt worden door de voetbalclubs, is echter gratis. Het stadsbestuur betaalt jaarlijks ook de huur voor de voetbalterreinen die op privé-eigendom gelegen zijn en die gebruikt worden door de voetbalclubs in de officiële competitie, aldus burgemeester Claes.