Industriele varkensfokkerij maakt plaats voor natuur

De Vallei van de Drie Beken en Dassenaarde in Diest zijn twee natuurgebieden die tot 2016 door een grote varkenshouderij van elkaar werden gescheiden. Het bedrijf lag op een bijzonder slechte locatie, middenin Europees beschermde natuur. Het bedrijf kreeg een negatieve beoordeling van Vlaanderen en moest de activiteiten herzien of stop zetten. In 2016 dienden de eigenaars van het varkensbedrijf een aanvraag in tot koopplicht. Koopplicht is één van de flankerende maatregelen die de Vlaamse overheid aanbiedt om getroffen landbouwers te begeleiden en te compenseren. 

De term getroffen landbouwers moet in casu juist gelezen worden. De vorige eigenaar was de vennootschap Porters Vasdonck. Die vennootschap werd in 2005 opgericht door drie aandeelhouders waaronder Siska Boddez die als gedelegeerd bestuurder werd aangesteld. Siska Boddez is bio-ingenieur van opleiding. Na een korte uitstap in het bedrijfsleven kiest ze voor een carrière als onderneemster. Ze koopt in gans Vlaanderen verschillende varkenskwekerijen op maar gaat ook participeren in een paar apotheken. Een van die apotheken ontwikkelt ze ook als groothandel in farmaceutische producten.

Die eigenaar van de stallingen in Molenstede was dus niet echt een landbouwer pur sang maar een industrieel georganiseerde groep. De exploitatie van het bedrijf gebeurde door een ploeg arbeiders uit Oost-Europa.

De Vlaamse Landmaatschappij (VLM) kocht de volledige site op. Het terrein is meer dan 5 hectare groot. De vergoedingen voor de opkoop worden door de Landcommissie op dezelfde manier berekend alsof het zou gaan om een onteigening om algemeen nut. Na de aankoop moesten VLM, het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) en Natuurpunt aan tafel om een herbestemming voor de site uit te tekenen. Het gebied kreeg ondertussen ook een nieuwe naam: “Op de Schomme’”. Het refereert naar de kale, schrale grond, die typisch is op de flanken van een natte vallei en die heel wat unieke soorten herbergt.

Natuurherstel als enige optie

Herbestemming als landbouwbedrijf was een moeilijke optie door de slechte ligging en de specifieke structuur van de gebouwen. De enige evidente optie was natuurherstel door het verbinden van twee natuurgebieden.
De afbraak van de stallen startte al vrij snel na de aankoop van de terreinen. Het gaat om vijf gebouwen, drie stallen, een opbergruimte en een woonhuis. Alles samen is dat 3901m² bebouwde oppervlakte die ondertussen verdwenen is. Onder de stallen lagen mestkelders van ongeveer 2 meter diep. Alle verhardingen rondom de gebouwen werden ook verwijderd. Het gaat om een oppervlakte van 2215m².

De afbraakwerken duurden wat langer dan verwacht door de moeilijke afvoer van de mestresten uit de kelders. Na twee jaar is deze fase eindelijk voltooid en wordt gestart met het natuurherstel.

Wat gaat er nu de volgende jaren gebeuren op deze site

Het bedrijfsterrein werd in het verleden voor meer dan een derde opgehoogd. Daarvoor werd zand gebruikt dat uit de graafputten van de kelders kwam. Die grond wordt gezuiverd van het bouwpuin dat erdoorheen zit. Daarna wordt hij opnieuw gebruikt. Om de weggenomen verhardingen, funderingen en mestkelders op te vullen tot omliggend maaiveld is er circa 4900m³ opvulgrond nodig. In de directe omgeving van de te slopen stallen is ongeveer 707 m³ opgehoogde grond aanwezig. Er moet dus 4193 m3 grond worden aangevoerd.

De bodem van de site is momenteel verstoord en dat zal nog erger worden door de geplande werken. Daarom komen er nieuwe bomen omdat die onder meer ook bijdragen aan het herstel van de ondergrond.

De bodem is de voorbije decennia ook te rijk aan fosfaten geworden door bemesting. Dat staat de ontwikkeling van schrale graslanden in de weg. De toplaag van ongeveer 30 cm wegschrapen moet deze vervuiling grotendeels wegwerken.

Op de lagere delen van het terrein grijpen de ontwikkelaars stevig in op de waterhuishouding. Afwateringskanaaltjes worden gedempt en een oud ven wordt hersteld. De omgeving houdt zo in de toekomst langer water vast. De sponsfunctie van Op de Schomme moet opnieuw in werking treden, zodat het gebied koeler kan blijven in drogere perioden en anderzijds ook water kan bufferen om woonkernen verderop te ontlasten van neerslagpieken.
In de directe omgeving gebeurde dat al eerder met enkele andere vennen. Daar vinden al enkele soorten hun weg terug.

Al de herinrichtingswerken resulteren uiteindelijk in een hersteld natuurgebied met verschillende biotopen met heischrale en soortenrijke graslanden, boszones en vennen. Dit vormt de habitat voor flora zoals enkele heidesoorten, maar ook voor insecten als de veldkrekel en het hooibeestje en voor vogels zoals de boompieper, zwarte specht of wespendief.

De site wordt na de werken ook ingericht als onthaalpunt. Je vindt er informatie over de omgeving. Er komen enkele nieuwe wandelpaden die aansluiten op het wandelnetwerk de Merode.

Het beheer van het gebied komt in handen van Natuurpunt, die daarvoor schapen en geiten inzet. Het landschaps- en natuurherstel wordt gefinancierd met Blue-deal middelen in het kader van verdroging, natte natuur en bosuitbreiding. De firma Hens NV voert deze werken uit voor een bedrag van 494.403,29 euro.

Loopgraven uit wereldoorlog I

In de eerste wereldoorlog was er veel activiteit in de omgeving van de Schomme. Samen met de aanleg van de Fliegerbeoachter Schule in Schaffen in 1917, werden op verschillende plaatsen in de omgeving van het vliegveld oefenloopgraven aangelegd. Een van die loopgraven ligt bovenop de Dassenaardeheuvel in het natuurgebied Dassenaarde in Molenstede-Diest, vlakbij De Schomme. De bedoeling van de Duitsers was om piloten die in Schaffen werden opgeleid de gelegenheid te geven oefenvluchten uit te voeren en tijdens deze vluchten bommen af te werpen. Op hun beurt werden zij beschoten met geschut dat in de loopgraven was opgesteld om de oefening zo realistisch mogelijk te maken.

Het tracé van de loopgraven is duidelijk zichtbaar in de topografie. Naar aanleiding van de 100-jarige herdenking van de Eerste Wereldoorlog in 2014 werd de beboste zone rond de loopgraaf gekapt om ze beter zichtbaar te maken. Bij die gelegenheid werden ook twee zichtassen vanuit de loopgraaf op de omgeving opengemaakt: op de zuidwestelijke flank van de heuvelrug werd het zicht op de Zwartwaterhoeve gecreëerd en in zuidoostelijke richting is de zichtas op Schaffen vrijgemaakt.

One comment

Geef een reactie