Burgemeester Rutten vraagt inwoners om een bezoek te brengen aan het St.-Rochusmemoriaal

Burgemeester Gwendolyn Rutten deed vorige zaterdag tijdens de optocht naar aanleiding van bevrijdingsdag een opvallende oproep. De burgemeester koppelde de herdenking van het einde van de tweede wereldoorlog aan de situatie in Oekraïne. Ze bedankte iedereen die momenteel helpt om de oorlogsvluchtelingen uit Oekraïne op te vangen en perspectief te bieden.
Gwendolyn Rutten deed daarna een opvallende oproep aan de inwoners van haar stad om, samen met hun kinderen en/of kleinkinderen, een bezoekje te brengen aan het Sint-Rochusmemoriaal en hen uit te leggen hoe gruwelijk oorlog kan zijn en hoe belangrijk vrijheid is. Dat memoriaal en de bijhorende obelisk staan op de plaats waar burgemeester Tielemans samen met zijn broer, zijn zoon en meer dan twintig inwoners van Aarschot, koelbloedig werden vermoord door Duitse soldaten.
Gwendolyn Rutten wees erop hoe belangrijk het is dat Oekraïne de oorlog met Vladimir Poetin niet verliest. Als het land zou vallen, zal Poetin zich naar andere landen richten, volgens de burgemeester van Aarschot. Ze noemde Polen, de Baltische staten en misschien zelfs Finland.
“We kennen de gruwelen uit de eerste wereldoorlog”, zei burgemeester Rutten. “We weten wat de bloednacht, de razzia’s en de martelaren hebben betekend voor onze stad. Het is onze verdomde plicht om in herinnering te brengen hoe snel het kan gaan.”
Het stadsbestuur van Aarschot gaat op de site van het Sint-Rochusmemoriaal het oorlogsverleden van Aarschot vast ankeren. Het gebouw krijgt een volledige remake maar ook de tuin wordt opnieuw op orde gezet. Om dat project te kunnen realiseren krijgt het memoriaal een nevenbestemming. Het blijft dus ook beschikbaar voor erediensten.
Wij maakten een podcast over het gruwelijke oorlogsverleden van Aarschot in wereldoorlog 1 en de plannen die het stadsbestuur heeft met het Sint-Rochusmemoriaal. Je kan die hiernaast nog eens beluisteren.







LEGENDE
Afbeelding 1: het bijna half verbrande beeld van Christus op de Koude Steen (tweede helft van de 16de eeuw), gered uit de brand van de Onze-Lieve-Vrouwekerk tijdens de Eerste Wereldoorlog en symbool voor de gefusilleerden.
Afbeelding 2 en 3: Pastoor Devroey verloor zijn vader tijdens de executies. Hij heeft de ganse geschiedenis nauwkeurig opgetekend in zijn befaamde zwarte schriftjes. Die schriftjes zijn gelukkig bewaard gebleven, samen met een aantal kunstwerken die herinneren aan de oorlogsfeiten uit 1914. Ze werden later uitgegeven in boekvorm.
Afbeelding 4: De grootvader van ereburger Johan Noppen was een van de mensen die door de Duitsers verplicht werden om de geëxecuteerde inwoners te begraven. Dat moesten ze doen met een klein zwart “schupke”. Johan heeft het werktuig nog steeds in zijn bezit.
Afbeelding 5: Afbeelding van burgemeester Jozef Tielemans.
Afbeelding 6: Collage van pastoor Jozef Devroey met kogelhulzen en een touw, gevonden bij het opgraven van de slachtoffers.