Hola Hageland

Het Special Operations Regiment (SOR) krijgt morgen, donderdag 30 september, een nieuwe bevelhebber. Huidig bevelhebber, kolonel stafbrevethouder Tom Bilo geeft de leiding van het elitekorps door aan kolonel stafbrevethouder Ir. Frédéric Linotte.

Kolonel Linotte startte zijn militaire loopbaan in het tweede bataljon commando’s van Flawinne. Daar diende hij achtereenvolgens in de 16e en 12e Compagnie. Bij de oprichting van de Lichte Brigade wordt kolonel Linotte officier Operaties en Training van die eenheid. In 2015 wordt de Lichte Brigade alweer opgeheven. Frédéric Linotte voerde tussen 2015 en 2018 het bevel over het 2 bataljon paracommando. Hij werd daarna opgevolgd door luitenant-kolonel Thierry Landas. Vanaf donderdag 30 september staat kolonel Linotte dus aan het hoofd van het SOR. De bevelsoverdracht gebeurt in het trainingscentrum voor commando’s in Wartet (Marche-les-Dames) Er zal een demonstratie zijn van het SOR en van de Air Command.

Defensie blijft erg discreet over de nieuwe opdracht die kolonel Tom Bilo zal krijgen. Ze willen voorlopig enkel kwijt dat er tijdens de bevelsoverdracht meer details bekend gemaakt worden. Tom Bilo stond sinds 3 september 2019 aan het hoofd van het eliteregiment van de Belgische landcomponent. Hij volgde in die functie huidig generaal Vincent Descheemaeker op. Generaal Descheemaeker is de man die de structuur van het SOR ontwikkelde en opstartte. Na die opstart vertrok hij naar SOCOM, de structuur waar de internationale operaties van onder meer het SOR gecoördineerd worden.

Een van die interventies vond in augustus van dit jaar plaats. Met Operatie Red Kite werden meer dan 1400 mensen weggehaald via de luchthaven van Kaboel in Afghanistan. Dat gebeurde omdat de Taliban in snel tempo de macht in het land over namen nadat de Verenigde Staten besloten om hun troepen effectief weg te halen uit Afghanistan. Het SOR en kolonel Tom Bilo waren zichtbaar betrokken bij deze non-combattant evacuatie-operatie. In politieke en militaire kringen is erg veel appreciatie voor de manier waarop generaal Descheemaeker en kolonel Bilo leiding hebben gegeven aan Red Kite.

Tijdens een persconferentie over het verloop en over de resultaten van Red Kite zou kolonel Tom Bilo een opmerkelijke uitspraak doen. De bevelhebber van het SOR stelde dat er Belgische slachtoffers zouden gevallen zijn als de missie in Afghanistan een dag langer zou geduurd hebben. De dag nadat de Belgische troepen vertrokken uit Kaboel vond in de omgeving van de luchthaven een zelfmoordaanslag plaats waarbij onder meer verschillende Amerikaanse militairen sneuvelden. Na het vertrek van de Belgische militairen bleven een kleine vijfhonderd Belgen en mensen die diensten verleenden aan ons land achter in Afghanistan. Chef Defensie Michel Hofman bevestigde ook dat 31 mensen van Defensie in het land achter bleven.

• 

• 

• 

Kolonel Tom Bilo kwam recent ook op een andere manier opmerkelijk in het nieuws. Begin september voerden leden van het SOR een sprong uit boven de droppingzone van Willerzie, in het zuiden van de provincie Namen,

De sprong was in feite een herdenking van de SAS-operatie NOAH die in augustus 1944 in die omgeving plaatsvond.

Er bestaan nogal wat misverstanden over die operatie. NOAH begon in feite al in de nacht van 15 op 16 augustus 1944. Luitenant Paul Renkin werd met een team van 8 militairen aan de Franse zijde van de grens gedropt in de droppingzone Astrologie nabij Croix Scaille. Ze worden opgewacht door weerstanders maar regen en wind hinderen de lichtbakens. De verzetsmensen improviseren een alternatief met zelfgemaakte vuurtjes maar die doven uit. Twee leden van het team, luitenant Renkin en Claude de Villermont drijven af en komen op die manier in België terecht. Die infiltratie is historisch omdat ze eerder ongewild de eerste geallieerde soldaten waren die doordrongen op het grondgebied van België.

Toen Edouard Blondeel, die op dat moment de rang van majoor had, dat nieuws vernam, arrangeerde hij met zijn bevelhebber brigadegeneraal Mc Leod een tweede dropping in die zone. Officieel was het nooit de bedoeling om op dat moment al een dropping uit te voeren in België. Captain Blunt sprong uiteindelijk in de nacht van 29 augustus ten noorden van Rienne, samen met een team van zes militairen. In de nacht van 30 augustus volgden nog drie droppings van samen 16 soldaten onder leiding van luitenant Defebvre. Die sprongen gebeurden op de site van Willerzie. Op 5 en 6 september zouden nog twee sprongen worden uitgevoerd, respectievelijk door team van Uffelen en team Limbosch.

Bij die operaties was een belangrijke rol weg gelegd voor de plaatselijke verzetsgroepen. In de buurt van Willerzie was een groep actief waarin Georgette Fontaine en haar familie een bijzonder waardevolle en actieve rol speelden. Mevrouw Fontaine is ondertussen 94 jaar en zij is de laatste getuige van het verzet op het Semois-plateau. Marguerite en haar dochter Georgette waren verantwoordelijk voor de ontvangst van wapens en voorraden die met het grootste geheim werden geparachuteerd tijdens Operatie NOAH. Het was hun taak om bakens op dropzones te plaatsen, parachutes te vernietigen, voorraden op te slaan en deze naar verzetsstrijders te smokkelen. Marguerite Fontaine werd in 1967 door de Franse staat gedecoreerd als Chevalier de la Légion d’Honneur voor haar buitengewone inspanningen en hulp aan het verzet.

Op 13 september organiseerde de SOR een materiaaldrop zoals in 1943 gebeurde, gecombineerd met een sprong van Belgische soldaten op de DZ Grand Buffle in Willerzie. Kolonel Tom Bilo was daar persoonlijk bij aanwezig. Hij overhandigde bloemen en een springoverall uit de tweede wereldoorlog aan de moedige dame.