Schaffen eert de in Detmold gesneuvelde para’s in zeer beperkte kring

In het TRGC paracommando in Schaffen vond vorige vrijdag vond een korte plechtigheid plaats als herdenking aan de soldaten die omkwamen bij de vliegtuigcrash in het Duitse Detmold. Zij liggen begraven op het kerkhof naast het trainingscentrum.

Brigadegeneraal Vincent Descheemaeker, kolonel en bevelhebber van het Special Operations Regiment Tom Bilo en majoor en bevelhebber van het TRGC in Schaffen Erwin Van Der Heyden legden bloemen neer.

Defensie beperkte het aantal aanwezigen strikt omwille van de maatregelen om de verspreiding van covid-19 tegen te gaan.

C-119 neergeschoten op oefening in Duitsland

Het vliegtuigongeval in Detmold gebeurde op woensdag 26 juni 1963. De 13de compagnie van het 1ste para nam deel aan operatie Lance One van de Belgische strijdkrachten in Duitsland. Zij zouden een sprong uitvoeren in de buurt van het stadje Geseke. Ze zaten in een C-119 Flying Boxcar van de Belgische luchtmacht. Dat toestel was in erg slechte weersomstandigheden opgestegen in Melsbroek. Tijdens de vlucht verslechterde het weer nog en uiteindelijk werd de sprong gecanceld.

De piloten waren bezig met de voorbereiding van de landing toen het toestel plots dooreen geschud werd. Het vloog op dat ogenblik boven het vliegveld van Sennelager waar Britse soldaten oefenden met mortiergranaten. Die oefening moest om 12 uur stoppen maar de Britten hadden nog drie granaten over en besloten om die ook af te vuren. Om vijf na twaalf passeerde de C-119 met de Belgische para’s en het toestel werd geraakt door een van de drie overblijvende granaten.  De inslag kwam vol op de vleugel van de C-119. Daar zitten de brandstoftanks van het toestel waardoor het meteen in brand vloog.

Negen para’s overleven dankzij instructeur Edmond Chabot

Er waren 42 para’s en 5 bemanningsleden aan boord. Slechts 9 para’s overleefden de crash omdat ze nog naar buiten geraakten en hun valscherm konden gebruiken. Dat was vooral te danken aan een van de instructeurs aan boord van het geraakte toestel, Edmond Chabot. Naargelang de mannen hun “seat belt” loskregen, greep Chabot hen vast en deed hen springen zonder zelf de tijd te nemen om te springen.

In een van de drie andere toestellen zat kolonel op rust Walter Mertens uit Scherpenheuvel. Bij zijn thuiskomst in België kreeg hij de boodschap dat hi jonmiddellijk moest terugkeren naar de plaats van het ongeval om mee te helpen met de identificatie van de slachtoffers en de analyse van de omstandigheden van het ongeval.

Geef een reactie