Kaarskensprocessie sluit bedevaartseizoen af (fotoreportage)

De kaarskensprocessie werd vorig jaar een stukje langer en een stukje moeilijker. Het korte uitstapje van de basiliek naar de mariahal werd verlengd door een volledige ommegang die start op het voorplein van de basiliek en daar ook weer aankomt. De stilaan oudmodische mariahal geraakt steeds meer in de overbodigheid. Voor massale plechtigheden zoals de bedevaart van de Poolse katholieke gemeenschap is de hal nog een efficiënte oplossing maar het is duidelijk dat pastoor-deken Luc Van Hilst voluit de grandeur en de symboliek van de basiliek wil uitspelen. Luc Van Hilst hield ook dit jaar vast aan dat principe.

428 bedevaarten

De samenstelling van de processie heeft al enkele jaren zijn evenwicht gevonden met veel plaats voor de jeugdbewegingen en de katholiek gezinde verenigingen van Scherpenheuvel. De harmonie zorgt voor een muzikaal accent. Relatief nieuw is de bank met kaarsen die wordt meegedragen. Een kaars voor iedere organisatie die tijdens het afgelopen seizoen op bedevaart kwam. De teller kwam uit op 428.

Kerkleider plaatst korte slotnood

Aartsbisschop Jozef de Kesel was dit jaar de voorganger in de plechtigheden. Dat hoort ook zo. Scherpenheuvel is veruit het belangrijkste bedevaartoord van het land en voor de afsluiting van het seizoen past het dat de kerkleider persoonlijk aanwezig is. Aartsbisschop Jozef De Kesel, getooid in een goudkleurige kazuifel, hield het kort. Hij bedankte vooral de aanwezigen. Ondanks het barslechte weer waren die met veel.

De bedevaart valt nu enkele maanden stil. De kraampjes worden symbolisch weg gehaald. Niet louter symbolisch overigens. Een of ander gedemodeerd reglement legt op dat tijdelijke bouwwerken ook effectief even moeten verdwijnen om een paar weken later opnieuw te worden neergepoot.

Wintermodus is economische onzin

Vroeger viel de economische activiteit rond de basiliek na kaarskensprocessie grotendeels stil. De restaurants gingen in wintermodus en tijdelijk personeel werd een paar maanden in de werkloosheid geplaatst. De beleidsmensen van de stad moeten die cyclus durven herdenken. Pastooor Van Hilst heeft de grote verdienste dat hij de bedevaart opnieuw een eigen gezicht heeft gegeven. Hij heeft duidelijke keuzes gemaakt en dat levert op. Ten minste voor zijn deel van de activiteiten. De industrie rond de kerk heeft die beweging niet gemaakt. De wintermodus en de afbouw van het toeristische aanbod is vandaag economische onzin. De bedevaarder is een dagjestoerist geworden die kwaliteit en beleving zoekt. Niet enkel in de zomer, ook in de winter. Het bedevaartsoord evolueert op twee snelheden. De kerkelijke entiteit profileert zichzelf terwijl de economische entiteit zichzelf verliest in kraampjesoorlogen, leegstand en een commercieel aanbod dat steeds verder afstaat van wat de dagjestoeristen willen ervaren. Citymarketing alleen gaat dat niet oplossen. Om iets te promoten moet er ook iets zijn. Het aanbod wordt steeds flauwer. Het Isabellaplein verkrampt door leegstand. Het Albertusplein overleeft nog maar ook daar zijn een paar belangrijke schakels gebroken. Het is een vreemde vaststelling dat religieuze entiteiten zoals de basiliek van Scherpenheuvel maar ook de abdij van Averbode zichzelf heruitvinden en helemaal tot bloei komen terwijl het economisch raderwerk errond aan bloedarmoede lijdt.

Geef een reactie