In Linter worden 14 honden getraind om covid-19 op te sporen

In het hondencentrum van de federale politie in Linter loopt een wetenschappelijk onderzoek om vlotter COVID-19 patiënten op te sporen. Defensie, de federale politie, de civiele bescherming en de brandweer trainen er geurhonden om zweetstalen van positief geteste personen te onderscheiden van negatieve. Het initiatief komt er In navolging van een studie van een Franse dierenarts die het succes ervan erg duidelijk heeft aangetoond.

“Explosievenhonden zoals die van Defensie hebben een enorme voorsprong in het aanleren van geuren”, aldus Rony Vandaele, directeur hondensteun bij de federale politie. “Ze weten wat zoeken is. Wij leren hen gewoon een nieuwe geur aan.”

In het buitenland liepen al testen met speeksel, bloed en zweet. De honden aanleren om een zweetgeur op te sporen, bleek uiteindelijk de beste en veiligste methode. Het project wordt wetenschappelijk aangepakt en begeleid door de universiteiten van Gent en Luik. Ook de dierenklinieken van die twee steden zijn betrokken.

Aan de hand van zweetstalen uit de oksel- en liesstreek willen de begeleiders de honden trainen om op een positief staal te reageren. Die stalen verzamelden ze via ziekenhuizen en woonzorgcentra.

Training door beloning

Geurhonden worden getraind door ze beloningen te geven. Wanneer de hond goed werk levert, krijgen ze een traktatie of het dier mag met een bal spelen. Dat gebeurt ook bij dit onderzoek.

Naar analogie van het Franse onderzoek, gebruiken ze in Linter horizontale kegels waarachter een geurstaal ligt. Op de eerste dag kunnen de honden wat wennen aan die manier van snuffelen. De hond komt nooit fysiek in contact met het staal en tussen twee honden door worden de kegels steeds gereinigd.

Accuraatheid boven 90%

In Frankrijk lag de accuraatheid van de honden boven de 90 %. Wat betreft de inzetbaarheid van de honden is het nog koffiedik kijken. De resultaten van deze studie moeten besproken worden met de overheid, Sciensano en de experten.

De mogelijkheden zijn alvast enorm. Ze kunnen covidcontroles uitvoeren in luchthavens of aan de ingang van een festival. De dieren in Linter kunnen een cruciale bouwsteen worden op zoek naar licht in de donkere tunnel van de coronapandemie.

Over de legerbasis van defensie in Linter

Het depot Linter maakte vroeger deel uit van de Mobilisatiekern 29 van de Landmacht. Mobilisatiekernen werden na de oorlog opgericht om over het ganse land materiaal en manschappen gemobiliseerd te hebben.
De Mobilisatiekern 29 beschikte over 5 depots:

  • Depot 1 (Neerhespen/Landen) werd omgedoopt tot EMI 22, Elementen voor Medische Interventie en hangt af van het Medische Component van Defensie.
  • Depot 2 (Glabbeek) is eigendom van de gemeente Glabbeek en werd onder meer gebruikt door het OCMW, openbare werken en het containerpark. Twee hangars werden als opslagruimte voor door de politie in beslag genomen voertuigen gebruikt. In 2018 werden op deze locatie de gemeentelijke evenementenhal Hangaar 44, een speeltuin, een skatepark, een verkeerspark en een opslagloods voor de verenigingen ingericht. Eén loods wordt verhuurt aan de stad Leuven. Tussen 2018 en 2019 werden 5 voormalige legerloodsen asbestvrij gemaakt en gerenoveerd en 4 legerloodsen werden afgebroken. In 2020 startte op een gedeelte van het domein de bouw van een gezondheidscampus.
  • Depot 3 (Linter) is omgedoopt tot de kazerne van de honden-steundienst van de Federale Politie.
  • Depot 4 (Attenrode-Wever) werd in 2018 door defensie verkocht aan een Luxemburgs bedrijf. Het is ingekleurd als recreatiezone.
  • Depot 5 (Vissenaken) werd in 2000 overgedragen aan het Koninklijk Legermuseum in Brussel, net zoals een tweede depot in Kapellen bij Antwerpen.

Geef een reactie