Apotheker in Tienen vindt erg zeldzame plant door penetrante geur

Winter is het niet echt en de tuin blijft dus onderhoud vergen. Dat zorgt af en toe ook voor prettige verrassingen. Voormalig apotheker Fred Respen rook bij het maaien van zijn tuin in Tienen een onverwacht penetrante geur. Hij vermoedde meteen dat hij Stinkende ganzenvoet had gevonden. Het is veertig jaar geleden dat die plant nog in het wild werd aangetroffen. De sterke geur die de plant uitscheidt is te wijten aan de stof trimethylamine. De soort staat als licht giftig beschreven, maar werd vroeger onder meer gebruikt als middel tegen flauwvallen.

Droge zomers

Tot de jaren 70 was op de site een grote moestuin aanwezig met een populatie Stinkende ganzenvoet. Na het verkavelen van de percelen en het aanleggen van gazon, verdween de soort er. Mogelijk zorgden de voorbije droge zomers voor het verschijnen van een grote, open plaats in de tuin waar nog steeds kiemkrachtig zaad de kans zag om te ontspruiten.

Stinkende ganzenvoet bloeit van juli tot september, met zaadzetting in het najaar. De plant in Tienen produceerde dit najaar honderden zaden. Vermoedelijk duiken in 2020 meerdere kiemplanten op in de omgeving. Een 50-tal zaden werden als veiligheidsmaatregel ingezameld om te bewaren in de zadenbank van de Plantentuin Meise.

Uitkijken naar andere exemplaren

Stinkende ganzenvoet heeft grijs bestoven blaadjes die van vorm lijken op de pootafdruk van een gans, en een indringende geur verspreiden. De wetenschappelijke naam ‘Chenopodium vulvaria’ komt van het Latijnse vulva, het uitwendige deel van het vrouwelijke geslachtsorgaan.

De kans bestaat dat Stinkende ganzenvoet onopgemerkt op nog meer plaatsen aanwezig is, bijvoorbeeld in wildere hoekjes in de (moes-)tuin. Wie denkt deze soort te zien, kan dit – bij voorkeur met duidelijke foto’s – doorgeven aan Natuurpunt, via het online meldpunt voor natuurwaarnemingen.

Geef een reactie