Scholengroep De Prins herdenkt infrastructuur in functie van innovatieve onderwijsaanpak

Scholengroep Adite is een pionier in Vlaanderen voor het herdenken van de manier waarop onderwijs wordt gegeven. Dat heeft ook een stevige impact op de inrichting van de schoolgebouwen. Vooral in de site De Prins in Diest gebeuren bijzonder ingrijpende maar erg boeiende veranderingen.

Vorige donderdag stelde algemeen  directeur van De Prins Gert Van Passel twee nieuwe projecten voor. Hij schetste de strategische krijtlijnen en gaf wat meer duiding bij de migratie van de leerlingen naar een andere, compleet herdachte omgeving. Tom Hoeyberghs, directeur van kleuter- en lagere school De Kleine Prins, legde uit wat er in zijn specifieke habitat exact verandert en vooral waarom men kiest voor die aanpak. Marie Vanaudenhove, directeur van De Prins, ging dieper in op de werk- en leeromgeving SaLounge, een project van de studierichting Haarzorg.

Communities, nesten en chillruimtes

De toelichting door deze drie onderwijsguru’s werd doorspekt met onderwijsonwennige termen en zeer innoverende inzichten. Leerjaren bestaan niet langer maar worden communities en klassen worden nesten. De gevangenisspeelplaats wordt een groene buitenzone en kinderen kunnen rust en geborgenheid zoeken in een chillruimte.  Betrokkenheid, eigenaarsschap en welbevinden zijn belangrijker dan koele cijfers. De leerkracht is niet langer een leider maar evolueert naar een rol als begeleider. De leerlingen krijgen weekopdrachten en bepalen zelf wanneer ze wat aanpakken.

Infrastructuur compleet herdacht

In de drie uiteenzettingen liep het woord context als een rode draad doorheen de onderwijsprincipes. Al die nieuwe opvattingen zijn namelijk niet realiseerbaar binnen de saaie creativiteitsdodende lokalen waarmee scholen decennialang werden opgebouwd. Gert Van Passel en zijn team startte in februari met de omkatting van het vroegere KTA-gebouw.

“De leerlingen hebben samen met onze architecten zelf vorm gegeven aan het wonder dat hier gerealiseerd werd”, zegt de algemeen directeur. “Door de vernieuwde manier van onderwijs geven, met minder klassikale lessen, meer individuele trajecten en meer zelfstandig werken voldeden de gebouwen van de voormalige basisschool Station niet meer. De grote ruimtes, ingericht met zithoeken, leeshoeken en tribunes lijken in niets nog op de klaslokalen die we van vroeger kennen. De ruimte die nog het meest op een klassiek klaslokaal lijkt noemen wij de instructieruimte. Naarmate de leerlingen ouder worden, wordt deze instructieruimte kleiner, omdat we de klassikale uitleg steeds korter willen houden en omdat niet alle leerlingen tegelijk nood hebben aan klassikale uitleg. Sommige leerlingen werken zelfstandig aan hun leerstof, terwijl anderen de uitleg aan het bord volgen.”

Betrokkenheid belangrijk

De leerlingen van de basis- en kleuterschool verhuisden op 1 september allemaal naar de gebouwen van De Prins, campus Weerstandsplein, het voormalige KTA2 in Diest. “Wij hechten veel belang aan de betrokkenheid van onze leerlingen bij hun leerproces en hebben daar onze onderwijsorganisatie op afgestemd”, zegt directeur Tom Hoeyberghs. “Niet alle kinderen krijgen bijvoorbeeld op hetzelfde moment dezelfde leerstof aangeboden. Een leerling die de maaltafels al kent, moet die minder frequent inoefenen dan de andere kinderen van de klas. Hij of zij kan die vrijgekomen tijd besteden aan andere, nieuwe leerstof.”

Eigenaarsschap

Hetzelfde patroon zien we in het secundair onderwijs, ondermeer in de richting Haarzorg van De Prins. Ook hier geen klassieke klaslokalen, maar een volledig ingericht kapsalon, waar echte klanten worden ontvangen, geknipt en gestyled. “In de werking van het kapsalon krijgen de leerlingen eigenaarschap over hun eigen leerproces”, vertelt Marie Vanaudenhove, directeur van De Prins. “Ze bepalen zelf aan welke vaardigheden en competenties ze bij welke klanten werken. Bovendien worden de theorievakken zoveel mogelijk aangebracht in het kapsalon zelf, zodat leerlingen de leerstof binnen een rijke context aangeboden krijgen en meteen ook leren toepassen.”

Geef een reactie