Heeft het nog zin om Aziatische hoornaars te bestrijden? De gespecialiseerde landbouwwebsite VILT besteedt er aandacht aan naar aanleiding van een vraag van Vlaams parlementslid Sanne Van Looy in de commissie Leefmilieu.
In zijn antwoord wees minister van leefmilieu Jo Brouns erop dat het aantal gemelde nesten in 2025 verdubbeld is en momenteel ongeveer 15.000 bedraagt. In 2024 zijn er slechts 3700 verwijderd, het cijfer voor 2025 is nog niet bekend. Veel nesten zijn moeilijk vindbaar of ze hangen veel te hoog. Volgens Sanne Van Looy zou er per niet geruimd nest gemiddeld vijf nieuwe nesten bijkomen. Dat lijkt veel op dweilen met de kraan open.
Brouns concludeerde zelf ook dat de opmars van de Aziatische hoornaar momenteel niet of nauwelijks kan afgeremd worden. Dat ondervinden ze ook in de provincie Zeeland in Nederland, in Wallonië en in Frankrijk. Daar hebben ze ondertussen de bestrijding van de exoot zo goed als stop gezet. Volgens Jo Brouns is preventie veel belangrijker. Hij bedoelt dan vooral de promotie van kastbescherming bij imkers en het informeren van burgers, gezondheidswerkers, boomverzorgers en andere risicogroepen.
Volgens Brouns past het om de bestrijding van de Aziatische hoornaar te concentreren op de meest kwetsbare plekken waar er meer impact is op de volksgezondheid. Vlaanderen heeft zijn budget voor de bestrijding van invasieve exoten en uitheemse planten verdrievoudigd van 1 miljoen euro in 2020 naar 3 miljoen euro in 2024. Met dat budget worden onder meer acties tegen de Japanse duizendknoop, de tijgermug en dus ook de Aziatische hoornaar gefinancierd.
VILT laat ook imker Nicky Torbeyns uit Kaggevinne aan het woord. Die heeft zich de laatste jaren sterk gespecialiseerd in de bestrijding van Aziatische hoornaars. Torbeyns vindt het verkeerd dat de bestrijding van de invasieve wesp in meerdere provincies in Vlaanderen momenteel al wordt stop gezet. Volgens Nicky Torbeyns blijven de nesten koninginnen produceren en die vliegen verder uit zolang als de temperaturen boven 13° blijven. Torbeyns pleit ook voor een veel professionelere opleiding van de bestrijders en voor een betere coördinatie van de bestrijding op Vlaams niveau.