De instandhouding en restauratie van onze monumentale kerken wordt een een stevige financiële uitdaging. De dringende restauratie van de Onze-Lieve-Vrouw-ten-Poelkerk in Tienen is daar een voorbeeld van. Vlaams minister van onroerend erfgoed Ben Weyts maakte recent bekend dat Vlaanderen 700.000 euro vrij maakt om de stabiliteitsproblemen van dat stadsbepalende monument op te lossen. De naam van de kerk verwijst naar de oorzaak van die problemen. Ten Poel is een indicatie dat de kerk in een onstabiele ondergrond is gebouwd. Er is echter nog een tweede reden die de stabiliteitsproblemen van de kerk verklaart. Aan de regionale TV-zender ROB vertelt architect en master monumenten en landschapszorg Isolde Verhulst dat de kerk in verschillende periodes is gebouwd. Bij de bouw van het zuidelijk koor zijn een paar zware steunberen uit een vorige periode doorbroken en dat is vandaag een van de oorzaken van de toenemende instabiliteit.

Vlaanderen maakt de toch niet onbelangrijke financiële steun met hoogdringendheid vrij. De stabiliteit van het koor en de zijkoren staan ernstig onder druk. Dat geld verdwijnt overigens grotendeels onder de grond. De fundering zal tot een vijftal meter onder de kerkvloer aangepakt worden. Maar er wordt ook gewerkt aan het dak, de gevels en de glasramen.

De totale kostprijs van de werken bedraagt overigens 1,3 miljoen euro. Vlaanderen neemt dus via het Agentschap Onroerend Erfgoed 54 % voor zijn rekening. Het stadsbestuur moet de rest van die som in de boeken schrijven. Het maakt de budgetoefening van het team van burgemeester Jonathan Holslag niet eenvoudiger.
Na de restauratie willen het stadsbestuur en de lokale kerkfabriek de kerk een bijkomende museale functie geven.

Aan de Onze-Lieve-Vrouw-ten-Poelkerk werd allicht al sinds 1337 gewerkt. (bron Frans Dopere – de ATLANT) Het ontwerp voor de kerk is van de Franse architect Jean d’Oisy. Het voorzag een koor van 3 traveeën, een zevenzijdige apsis, een ruim transept en een hoge toren. De kerk werd voltooid door de bekende bouwmeesters Jacob van Tienen en Sulpitius van Vorst, die ook bekend is als ontwerper van het stadhuis van Leuven. De kruisingstoren werd in de 17de eeuw bekroond met een barokke uienspits.

Bij de bouw van de kerk werd voornamelijk steen uit Gobertange gebruikt maar uit de rekeningen blijkt dat ook ijzerzandsteen uit Zichem werd aangevoerd.

Het is overigens niet de eerste belangrijke restauratie van deze monumentale kerk in de recente tijd. Begin 2009 werd de opdracht voor de restauratie van het interieur van O.-L.-Vrouw-ten-Poel door de kerkraad gegund aan het Architectenbureau Karel Breda dat voor de bouwhistorische studie van dit project samenwerkt met dr. Frans Doperé. Dat architectenbureau werd ondertussen Perspektiv Architecten en zij krijgen nu opnieuw de opdracht voor de restauratie.
In 2009 werd het interieur, met inbegrip van de glasramen, de technische installaties en de zuidelijke aanbouwen gerestaureerd.

Geef een reactie