De provincieraad van Vlaams-Brabant blijft gemeenten en centrale kerkbesturen ondersteunen bij het beheer van waardevol maar niet beschermd onroerend erfgoed. In de raadszitting van 7 oktober werd een subsidiereglement goedgekeurd om dat mogelijk te maken.
In dat reglement ligt de focus op het identiteitsbepalende karakter van onroerend erfgoed en de bijdrage aan de kernversterking van een dorp of stad.
De focus van het reglement ligt op stad- en gemeentehuizen, scholen, kerken en kapellen maar het kan net zo goed over een historisch landschap, houtig erfgoed of archeologisch landgoed gaan. Het subsidiereglement kan onder meer belangrijk zijn bij de herbestemming van kerken.
Het nieuwe reglement ondersteunt de gemeenten en de centrale kerkbesturen bij het beheer van identiteit- en beeldbepalende gebouwen, zoals een stad- en gemeentehuis, een school, een kerk, een kapel, inclusief het waardevol roerend erfgoed. Ook historische landschappen, houtig erfgoed en archeologisch erfgoed komen in aanmerking.
Gemeenten, OCMW’s en centrale kerkbesturen in Vlaams-Brabant kunnen een aanvraag indienen. Nieuw ten opzichte van het vorige reglement, waarin de publieke functie al een voorwaarde was, moet het onroerend erfgoed van maatschappelijke belang zijn, een bestemming hebben of krijgen die vernieuwend is en/of geen commerciële of andere bestemming hebben die economische opbrengsten oplevert.
Door de gestegen bouwkosten verhoogt het subsidiebedrag naar 40% van een maximale kostprijs van 40.000 euro. Het maximale subsidiebedrag stijgt zo van 8.750 euro naar 16.000 euro. De tussenkomst in de werkuren van de monumentenploegen blijft behouden op 5.000 euro.
