De populatie hangduiven in de omgeving van de Sint-Sulpitiuskerk in Diest is met zowat de helft verminderd. De reden is simpel. In de kerktoren nestelt een slechtvalk. De roofvogel heeft momenteel drie jongen en er is dus heel wat eten nodig. De tamme duiven zijn de perfecte oplossing voor die behoefte.
Slechtvalken zijn de snelste inheemse roofvogels. Ze gaan heel hoog in de lucht hangen. Als ze een prooi gespot hebben storten ze zich met een snelheid tot 360 kilometer/uur naar beneden. De roofvogel pakt overigens niet alleen duiven. Rond de kerk werd onder meer een kadaver van een watersnip gevonden.
De slechtvalk moest vroeger wat improviseren om zijn eieren in de omgeving van de kerk te leggen. Vroeger deed de vogel dat in een nis of in een dakgoot maar dat leidde zelden tot een succes. Twee jaar geleden losten kosteres Paula Broeders en boswachter Geert Coninx dat probleem samen op. Achter het opvallende rode deurtje van de zijbeuk van de kerk, werd een geschikte broedbak opgehangen. Erfgoed zag er geen graten in en dat levert op.
Momenteel zitten er drie jonge slechtvalken in de broedbak. Het zijn twee vrouwtjes en een mannetje.De vogels zijn tussen 550 en 750 gram zwaar. Herman, een ringer die voor het Agentschap Natuur en Bos werkt, heeft de vogels ondertussen een genummerde ring om de poot gehangen.
Passanten kunnen af en toe de jonge slechtvalken aan het deurtje zien zitten. Ze kunnen via een luikje naar buiten en weer naar binnen.
Vorig jaar viel een jonge slechtvalk uit de toren naar beneden. Hij kon snel naar het opvangcentrum in Oudsbergen gebracht worden om te recupereren. Na zijn herstel kon de jonge roofvogel uiteindelijk vanuit de mosterdpot van Sint-Sulpitius weer los gelaten worden om uit te vliegen.







