Geschiedenis van mouterij Cuypers vastgeankerd in knap boek

Diest heeft een ijzersterke reputatie als bierstad. Daar zijn al wel wat publicaties over verschenen. Wie bier zegt, zegt ook mout. Tot 1990 had de stad een van de belangrijkste mouterijen in Vlaanderen op het grondgebied. Een uitslaande brand legde in dat jaar een groot gedeelte van de fabriek in de as. Eigenaar Guy Cuypers besliste daarna om de productie niet meer opnieuw op te starten. Wat restte van de gebouwen werd later, in 2004, verbouwd tot een van de meest trendy lofts in de stad.

Opening mouterijmuseum is aanzet voor naslagwerk

Mouterij Cuypers was tussen 1880 en 1990 een erg rendabel en goed florerend bedrijf in Diest maar daar is momenteel maar weinig meer over bekend. De oudere generatie zal zich de wat fletse geur van de mout herinneren en wie in de buurt naar school ging of er woonde, weet dat er een sirene op het dak van de fabriek stond. Elke eerste donderdag van de maand werd die getest.

Die lacune is nu echter ingevuld. Roger Convens en zijn echtgenote kwamen een paar jaar geleden in het ondertussen geklasseerde en gerenoveerde gebouw wonen. Toen daar in 2016 ook een mouterijmuseum werd geopend kwam hij in contact met Guy en Renilde Cuypers. Het plan om een boek te schrijven over de geschiedenis van de mouterij werd daar allicht voor de eerste keer gevoed. Een paar jaar later, en na veel gesprekken en opzoekingswerk, heeft Roger Convens de volledige geschiedenis van mouterij Cuypers in detail uitgeschreven en met beeldmateriaal gedetailleerd. Vorige zaterdag werd het boek voorgesteld. Guy Cuypers en zijn echtgenote Renilde waren daarbij aanwezig en zij kregen ook het eerste exemplaar overhandigd.

Je kan verder lezen na de afbeelding

Twee ontwikkelingslijnen

Dit goed gedocumenteerde naslagwerk is opgebouwd rond twee pijlers. Je kan de geschiedenis van het bedrijf en dus ook van dit bijzonder knap gerestaureerde en herbestemde industriële pand nalezen en je leert alle details over het proces om mout te maken en hoe dat bij mouterij Cuypers exact gebeurde.

De constructie van het oorspronkelijke gebouw startte al in 1878 en in 1880 begon de mouterij te draaien. Dat gebeurde overigens door de familie Raeymaekers. Pas in 1907 zou grootvader Ghislain Cuypers de mouterij overkopen. In 1928 volgt een eerste belangrijke uitbreiding en in 1936 wordt opnieuw zwaar geïnvesteerd in de productieruimte. Mouterij Cuypers werd een belangrijke marktspeler in de regio en behoorde tot de top-10 in Vlaanderen. Uiteindelijk zou kleinzoon Guy Cuypers de mouterij ook Europees op de kaart zetten. Hij werkte van 1973 tot 1990 in de fabriek. Cuypers leverde aan brouwerijen in Leuven en Antwerpen maar brak ook de Duitse markt open. De fabriek had echter een belangrijke handicap. De ligging in het centrum van de stad en centraal in een scholenzone, maakte verdere uitbreiding onmogelijk. Om de toegang voor zwaar vrachtverkeer vlotter te laten verlopen werd zelfs een van de aanpalende huizen opgekocht en afgebroken. Om dat gebrek aan capaciteit te compenseren zette Guy Cuypers alles in op kwaliteit. Dat is meteen ook de tweede ontwikkelingslijn in het boek van Roger Convens. De auteur beschrijft stap voor stap hoe en waar de mout gemaakt wordt.

In 1990 breekt een grote brand uit in de mouterij. Allicht was een stofexplosie de oorzaak. Twee belangrijke productiehallen worden compleet vernield en de fabriek zal daarna jarenlang blijven leegstaan. Uiteindelijk koopt projectontwikkelaar Knippenberg in 2004 de ganse site over. De projectontwikkelaar bouwt er vijf appartementen en acht lofts. De buitenkant van het loftgedeelte behoudt een erg trendy industrieel uitzicht.

Je kan verder lezen na de afbeelding

Vlaanderen verplicht Knippenberg wel om een werkplaats van de mouterij te behouden als industrieel erfgoed. Dat doet de projectontwikkelaar met zeer veel zorg. Een aantal belangrijke machines worden gerestaureerd en terug op hun oorspronkelijke plaats gezet. De werkplaats wordt een soort mouterijmuseum waar zelfs, met veel oog voor historische dramatiek, een paar muren bewaard werden, waar je de brandsporen uit 1990 nog kan zien. Jammer genoeg is het museum slechts uitzonderlijk toegankelijk. Het pand is in privé bezit.

2 comments

Geef een reactie