Diest heeft nog tot 2031 om de samenwerking met Limburg.net stop te zetten

Vlaanderen is op weg naar een opdeling in 17 referentieregio’s. Die oefening is de voorbije maanden grotendeels afgerond, behalve voor Limburg. In onze buurprovincie is voorlopig afgesproken om drie regio’s te vormen maar de exacte indeling ervan ligt nog niet vast.

Je kan verder lezen na de afbeelding

Een van de discussiepunten was de keuze van Diest. De demerstad heeft nogal wat verwevenheid met Limburg. In een nog niet zo ver verleden werd bijvoorbeeld buurgemeente Halen beschermd door de brandweer van Diest. Halen kreeg in die periode vaak met zware wateroverlast af te rekenen waardoor de interactie tussen beide gemeenten op dat vlak bijna structureel was.

De belangrijkste verwevenheid is echter de verwerking van het huishoudelijk afval door Limburg.net. Diest is de enige niet-Brabantse gemeente die door deze intercommunale bediend wordt. Bovendien is die samenwerking in 2019 verlengd voor een periode van 18 jaar en ze loopt dus door tot 2037.

Een van de bedoelingen van de regiovorming is net om het kluwen van samenwerkingsverbanden van de gemeenten af te bouwen en te bundelen binnen de regio. Diest heeft ondertussen geopteerd op zich in te schrijven bij de regio Oost-Brabant. Dat zou dus in principe betekenen dat de stad voor de huisvuilverwerking moet overschakelen naar Ecowerf.

De vraag is tegen wanneer dat moet gebeuren en of daar uitzonderingen op mogelijk zijn. Tijdens een digitale bijeenkomst van de verenigde gemeenteraadscommissie kwam daar duidelijkheid over.

Schepen van Milieu Rick Brans gaf aan dat de omschakeling voor samenwerkingsverbanden die door de gemeenten zelf zijn gesloten, afloopt in 2031. Daarmee opende de schepen meteen een probleem want het contract met Limburg.net loopt op dat moment nog zes jaar verder. Schepen Brans schoof de beslissing hierover meteen ook door naar de volgende legislatuur. De huidige coalitie gaat zich dus niet uitspreken over de zaak.

Er blijft nog een tweede mogelijkheid open. Gemeenten kunnen voor specifieke dossiers een gemotiveerde uitzondering vragen. Als de gemeente op de grens van een regio ligt kunnen ze ook beroep doen de juridisch-technische knowhow van het Algemeen Bestuur Binnenlandse Zaken om die knoop te helpen ontwarren.

Vlaams minister Bart Somers is de initiatiefnemer achter de regiovorming. In de teksten en het mediamateriaal dat hij publiceert om zijn project te onderbouwen laat de Vlaamse excellentie er maar weinig twijfel over bestaan dat een van de motieven voor de regio’s een vermindering van het aantal gemeenten is.

Puur cijfermatig staaft Somers die ambitie op basis van een vergelijking met Nederland en Noorwegen:

  • Vlaanderen heeft momenteel 300 gemeenten
  • Nederland heeft 17 miljoen inwoners (ongeveer het driedubbele van Vlaanderen) en toch hebben ze maar 352 gemeenten.
  • Noorwegen is met 6 miljoen inwoners op dat vlak vergelijkbaar met Vlaanderen. Tot 1998 hadden zij 270 gemeenten maar dat werd op dat moment terug geschroefd naar 98.
  • Het gemiddeld aantal inwoners van een gemeente is in Vlaanderen 22.000, in Nederland is dat 40.000 en in Noorwegen 60.000.

Somers blijft echter benadrukken dat hij met deze operatie in de eerste plaats het haast onontwarbaar kluwen van samenwerkingsverbanden sterk wil afbouwen. Voor alle gemeenten in Vlaanderen samen zouden er dat minstens 2229 zijn maar niemand durft daar vergif op in nemen. Gemiddeld zijn er dat dus minstens 68 per gemeente. Bij 33 gemeenten zijn er meer dan 100 samenwerkingsverbanden genoteerd. Die draaien op een mix van betaalde maar ook niet-betaalde mandaten. Alleszins kost het functioneren van die structuren geld. Op dat vlak kan de regiovorming zeker een fikse besparing opleveren.

Geef een reactie