Renovatie grote steunbeer is cruciale schakel voor verdere ontplooiing ecologisch toerisme

De Demer stroomt weer door Diest. Het was een paar jaar geleden een geweldige boodschap. Ondertussen is de Demerbedding ook op een bijzonder fraaie manier gerealiseerd in het stadscentrum en het water doet de stad zichtbaar opveren. Eén cruciaal element ontbreekt echter nog. Het water dat door de stad stroomt is niet echt Demerwater maar de Begijnebeek die in de buurt van de Schaffensepoort afgeleid wordt. Dat is geen louter symbolische kwestie. Het plan om de Demer effectief door Diest te laten stromen heeft verstrekkende positieve gevolgen voor de ganse regio.

Projectleider en hoofdingenieur Ivo Terrens van de Vlaamse Milieu Maatschappij (VMM) sprak een paar jaar geleden al de hoop uit dat hij de Demer zelf opnieuw in de stad wilde zien stromen. De man stak daarbij zijn ambitie niet weg. Hij wilde in eenzelfde beweging ook de monumentale steunbeer weer in al zijn fierheid herstellen. Net voordat de rivier de stad instroomt botst het water op een muur die het rivierwater naar rechts doet afbuigen. Dat gebeurt via de zogenaamde grote steunbeer.

De Demervallei rond Diest is van oudsher heel overstromingsgevoelig. Het gebied is laag gelegen en waterlopen moeten een lange weg afleggen voor ze in de Schelde vloeien. Om Diest te beschermen tegen overstromingen werden in de loop der jaren heel wat maatregelen genomen. Zo werd onder andere de Demer in 1960 gedempt en rond de stad geleid. Dat gebeurde vrij rudimentair met een betonnen muur. De rivier was toen al jaren niet meer bevaarbaar en was een open riool geworden.

De betonnen muur maakt geen deel uit van de historische constructie. Hij moest destijds beletten dat het water van de Demer ooit nog Diest zou kunnen instromen. Om de muur te kunnen afbreken moet echter een andere beveiliging worden opgebouwd tegen hoog water. Dat zal gebeuren met een automatische schuifconstructie aan de binnenkant van de Omer Vanaudenhovelaan.

Met de rivierbedding verdween ook een grote buffer voor regenwater waardoor de stad toch opnieuw met wateroverlast kampte bij hevige onweders. Daarom legde de VMM de Demer in 2016 weer open. Deze keer proper, beleefbaar en veilig.

Begijnebeek levert te weinig debiet

Het water dat door de ‘nieuwe’ Demer stroomt komt voorlopig van de nabijgelegen Begijnebeek. Dat heeft een paar belangrijke nadelen. Het debiet van de Begijnebeek is te laag en dus moet het water opgebunkerd worden. Het water heeft ook nauwelijks stroming wat niet ideaal is voor de waterkwaliteit. Het doel van de geplande werken aan de Grote Steunbeer, een historische stuwconstructie op de omgelegde Demer, is het waterpeil te verhogen en de rivier weer echt door te stad te laten stromen.

De Begijnebeek zal straks uitmonden in de omgelegde Demer via een nieuwe koker onder de Ring. Bij lage waterstanden zal de beek door de stad blijven stromen. Ook de stadsvijvers rond Diest, ter hoogte van recreatiedomein De Halve Maan, worden via een nieuwe constructie met de Begijnebeek verbonden. Zo kunnen ze gebruikt worden als extra buffer.

Meerdere doelen tegelijk realiseren

De renovatie van de historische stuw aan de Saspoort in Diest is een multidisciplinair project dat meerdere doelen wil realiseren. De nieuwe stuw zal een dynamisch waterbeheer mogelijk maken en daardoor wordt de stad nog beter beschermd tegen overstromingen. De dichtgemetselde doorgangen van de stuw worden heropend en er komen geautomatiseerde stuwconstructies.

Het stroomgebied van de rivier kan stroomopwaarts makkelijk 200 kubieke meter water per seconde aanleveren, terwijl de Demer stroomafwaarts maar 55 kubieke meter per seconde aankan zonder te overstromen. De Grote Steunbeer ‘knijpt’ het water en verlaagt het debiet in Testelt en Zichem, zodat overstromingen sterk beperkt worden. De verzande rivierbedding van de oude Demer wordt uitgebaggerd en een meter dieper gemaakt. Tegelijk komt er een bestuurbare stuwklep tussen de oude en de omgelegde Demer, ter hoogte van de rioolwaterzuiveringsinstallatie van Aquafin. Die klep moet toelaten om het waterpeil in Diest te verlagen of te verhogen.

De rest van het water wordt tijdelijk opgeslagen in wachtbekkens, waaronder het Schulensbroek en het Webbekoms Broek.

  • De stuwconstructie kan deels of volledig gesloten worden. Daardoor stijgt het waterpeil in de Demer (stroomopwaarts van de Grote Steunbeer) en kan de rivier niet alleen rond maar ook door de stad geleid worden. Een hoger waterpeil heeft ook een positieve invloed op de omliggende natuur. Als de debieten dalen (bij laagwater of in periodes van droogte) zal de stuwconstructie zich meer sluiten om het waterpeil in de Demer stroomopwaarts voldoende hoog te houden.
  • Als het debiet stijgt, zal de stuwconstructie langzaam openen tot de maximale afvoercapaciteit van de afwaartse Demer is bereikt. Die toestand blijft aangehouden tot de wachtbekkens in de buurt zijn leeggelopen. Het wachtbekken van het Schulensbroek was oorspronkelijk bedoeld om één keer om de tien jaar vol te lopen. Momenteel gebeurt dat soms drie keer per jaar, een gevolg van toenemende verharding en de klimaatverandering. De wachtbekkens moeten dus sneller kunnen leeglopen om klaar te zijn voor een volgende episode van hoog water.

Aan de K31 stuw in Webbekom komt een visnevengeul. Dat gebeurt door een verbinding te maken met de Zwarte Beek die in de onmiddellijke omgeving van de Demer stroomt. Daardoor kunnen de vispopulaties opnieuw stroomopwaarts migreren.

Het hogere waterpeil van de Demer zal er verder ook voor zorgen dat het Webbekoms Broek opnieuw natter wordt. Het kritisch lage grondwaterpeil krijgt zo een helpend handje.

Het herstel van de grote steunbeer zal een opvallende toeristische trekker worden voor Diest, ook al omdat hij ingebed zit in een unieke omgeving. De steunbeer staat midden in de wallen. Op de wallen gebeurt een systematische houtkap die er, in een cyclus van negen jaar, voor zorgt dat die unieke gordel een genietbare biotoop wordt met uitstekende mogelijkheden voor wandelaars. Het Agentschap Natuur en Bos is bezig met de aanleg van een wandelpad dat dwars over de wallen een trage verbinding mogelijk maakt tussen het station en de Halve Maan. Om dat mogelijk te maken komt er een wandelbrug over de Zwarte Beek die even verder uitmondt in de Demer.

Eerder werd de Saspoort al gerenoveerd. Dat historisch monument geeft toegang tot het Boerenkrijgplein waar twee monumentale zitbanken, uitgevoerd in Cortenstaal en onder de vorm van kanonnen, een uniek uitzicht bieden op de schitterende omgeving.

Samen met de renovatie van de steunbeer laat VMM een boogvormige zwevende fietsbrug optrekken, waardoor de zachte mobiliteit extra mogelijkheden krijgt.

In de buurt van de steunbeer staat nog een opmerkelijk monument uit het verleden. De Teerlings zijn imposante pijlers, opgetrokken uit natuursteen, die allicht ooit gediend hebben als nooduitlaat bij hoog water. Ze kregen hun naam door hun opmerkelijke vorm die enigszins op teerlingen lijkt. Momenteel zijn die pilaren overgroeid met struikgewas. Er bestaat een kans dat dit opmerkelijk monument betrokken wordt bij de renovatie. het stadsbestuur van Diest en VMM overleggen nog over die mogelijkheid.

VMM was al een tijdje bezig met de voorbereidingen van die werken aan de steunbeer maar nu kondigen ze het project ook officieel aan. De echte herstelling en de renovatie van het monument start pas in 2021 en zal allicht klaar zijn in 2024.

Hermeandering Zwarte Beek

Het project voor de renovatie van de grote steunbeer moet samen gezien worden met een eerder project van VMM waarbij de Zwarte Beek gehermeanderd werd. De Zwarte Beek in Limburg is een van de ecologisch meest waardevolle waterlopen van Vlaanderen. Om de waterberging, de waterkwaliteit en het visbestand verder te verbeteren, liet de VMM als waterloopbeheerder liefst 30 meanders herstellen in de ‘Bocht van Laren’ en in ‘Schurfert’. In totaal is 2,5 km hermeanderd in zo’n 8 maanden tijd. Daarmee is dit het grootste hermeanderingsproject van de VMM ooit. De VMM werkte hiervoor samen met  de provincie Limburg en Natuurpunt. Het totale project kostte 500.000 euro.

Nieuwe kansen voor fauna en flora

De waterkwaliteit van de Zwarte Beek is nu matig, maar door de hermeandering zullen het zelfzuiverend vermogen en het zuurstofgehalte verhoogd worden. De afwisseling van diepe en ondiepe zones, zachthellende binnenbochten en steile buitenbochten zorgen voor een grote variatie in stroming en bijhorende leefgebieden voor waterplanten en -dieren.

Aan de Gestelse Heide en aan de Gestelse molen zijn 2 vismigratieknelpunten opgelost. Zeldzame vissoorten zoals de beekprik,zullen zich kunnen verspreiden over grotere delen van de waterloop. De Zwarte Beek  kan weer kronkelen en is nu ongeveer 850 m langer dan voor de werken. Door de natuurlijke overstromingen en waterberging in de vallei komt er een vermindering van de piekdebieten stroomafwaarts. De kans op overstromingen in woongebieden langsheen de Zwarte Beek in Zelem en Diest wordt door dit project dan ook een beetje kleiner.

One comment

Geef een reactie